Thailand17 december 2025, door Isa de Laat

Barts Boekje Best of: Bangkok, Thailand

Thailand, 17 december 2025, door Isa de Laat

Barts Boekje Best of: Bangkok, Thailand

Bangkok, doorreisstad. Grote kans dat je je reis naar Thailand of anywhere else in de wereld begint in Bangkok. Althans, als je het jezelf makkelijk wilt maken, dan doe je dat. Maar het zou zonde zijn om vliegensvlug weer te vertrekken, want Bangkok is gaande op een chaotische en kleurrijke manier. Bangkok is meer dan een overstapplaats met serene tempels en traditionele markten, maar ook hippe rooftop bars en designhotels. En juist die mix maakt een verblijf hier zo smullen.

Eenmaal aangekomen in de stad is het belangrijk om de juiste wijk als uitvalsbasis te kiezen. Je wilt je trip liever niet opstarten in het drukke toeristische centrum, waar de straten vol zijn met tuk-tuks, souvenirshops en hordes dagjesmensen. Kies liever voor een wijk waar de stad haar eigen ritme laat zien.

First things first: restaurant Savelberg

First things first: restaurant Savelberg

Bangkok heeft eindeloos veel plekken waar je lekker kunt eten, maar restaurant Savelberg hoort bij die adressen waar je écht even voor gaat zitten. Dit is het restaurant van topchef Henk Savelberg, bekend van zijn Michelin-geschiedenis in Nederland, die zijn Franse finesse en natuurlijk een beetje van onze eigen bodem naar de Thaise hoofdstad brengt.

Het restaurant zit in een chique villa in Yan Nawa en voelt luxe zonder stijf te zijn. Binnen is het elegant, met een open keuken en een kleine tuin waar je vanaf je tafeltje nog een beetje groen meepikt. De plek voor een romantisch diner of gewoon een avond waarin je jezelf iets bijzonders gunt.

Op het menu staan moderne Franse gerechten van kreeft, coquilles en luxe vis, allemaal met oog voor detail en een frisse, lichte touch. Tijdens het kerstmenu springt bijvoorbeeld de langoustine met 10 gram kaviaar eruit, gevolgd door Noordzeeturbot met truffel en, voor wie echt wil uitpakken, Kagoshima Wagyu. De gerechten zijn stijlvol, verfijnd en altijd mooi in balans, precies zoals je van Savelberg verwacht.

Enne, mocht je nu voor kerst in Bangkok zijn, zorg dan helemaal dat je een reservering maakt. Tijdens kerst (en Oud & Nieuw) kookt Chef Henk himself en tovert hij de gangen van het verrukkelijke kerstmenu voor je op tafel. Kijk zelf maar: Savelberg.

To do

To do

Neem vooral ook even de tijd om bij te komen van je vlucht. Grote kans dat je last hebt van jetlag, cultuurshock en meer van dat soort ongemakken. Daarom één tip voor de dag van aankomst: laat je masseren door de lui van het Chetawan Health Center, want hier kennen ze de knepen van het vak. Een Thaise massage is een ervaring op zich: je ligt hier in een gedeelde ruimte, zonder olie, en wordt in allerlei gekke houdingen geplaatst. Voor de losse kledij zorgen zij. Maar zo zit je meteen helemaal in de Thaise sfeer.

Zo, met een relaxed lichaam of lichte pijntjes van alles dat tijdens de massage losgetrokken is, ben je gearriveerd in Bangkok. On y va: lekker slenteren door de oude wijken of neem je rust. De volgende dag kun je naar het Grand Palace en Wat Pho, de tempel van de liggende Boeddha en een van Bangkok’s meest bezochte bezienswaardigheden. Indrukwekkend, gigantisch en heel goud. Het leukste is om die met een tuk-tuk te bezoeken en dan meteen een trip door de stad te maken (hier te boeken).

 

De dag daarna: de floating markets vroeg in de ochtend, gevolgd door een kookcursus waar je echt leert koken. Want ja, die Pad Thai, Tom Yum, Gaeng Keow Wan en Mango Sticky Rice wil je thuis ook kunnen maken! De Chatuchak Weekend Market doe je alleen als je van chaos houdt, anders sla je hem over.

Nog een avond over? Of nee, beter: maak een avond vrij voor een diner bij een van de zaken langs de Chao Phraya. Rooftop bars zijn leuk, maar minstens zo’n leuke plekken zitten aan het water. Eat Sight Restaurant is zo’n heerlijke plek

Mandarin Oriental, Bangkok

Mandarin Oriental, Bangkok

De allergrootste kans dat je je reis naar Thailand vroeg of laat in Bangkok eindigt. Of begint natuurlijk. En dan kun je je trip maar beter goed starten. Of eindigen. Het liefst arriveer je per boot over de Chao Phraya-rivier. Bij aankomst speelt een jazzband op de achtergrond, iemand roept je naam nog voordat je zelf goed en wel weet waar je bent, en voilà—je bent bij het legendarische Mandarin Oriental, Bangkok.

Het is het oudste hotel van de stad, maar nog steeds een van de allerbeste. Het hotel huist in een wit Victoriaans gebouw met twee verdiepingen dat als een throwback tussen de moderne wolkenkrabbers staat. Binnen: butlers, kroonluchters en het gevoel dat je (heel even) tot de high society behoort. De butlerservice is uiteraard tiptop in orde, maar eerlijk? Je tuurt hier het liefst de hele dag uit het raam.

Streetfood in Bangkok is een must, maar dat sla je hier gerust een keer over voor het in-house restaurant Le Normandie by Alain Roux: kristallen kroonluchters, fluweelzachte stoelen en gerechten om door een ringetje te halen. Geen zin om op chique te gaan? Kies dan voor de iconische Bamboo Bar, waar ze precies weten hoe een negroni hoort te smaken.

Duur? Ja. De moeite waard? Absoluut.

Mandarin Oriental Bangkok

Het Raweekanlaya

Het Raweekanlaya

Check dan in bij The Raweekanlaya een authentiek 20e-eeuws Thais hotel dat je meteen het gevoel geeft dat je rustig arriveert. Geen glimmende hotellobby, maar kamers die verspreid liggen over verschillende houten gebouwen, het lijkt alsof je zo de jungle instapt. O, en met zwembad!

Neem vooral ook even de tijd om bij te komen van je vlucht. Grote kans dat je last hebt van jetlag, cultuurshock en meer van dat soort ongemakken. Daarom één tip voor de dag van aankomst: laat je masseren door de lui van het Chetawan Health Center, want hier kennen ze de knepen van het vak. Een Thaise massage is een ervaring op zich: je ligt hier in een gedeelde ruimte, zonder olie, en wordt in allerlei gekke houdingen geplaatst. Voor de losse kledij zorgen zij. Maar zo zit je meteen helemaal in de Thaise sfeer.

The Raweekanlaya

Lebua at State Tower

Lebua at State Tower

Wie The Hangover Part II heeft gezien, herkent ‘m meteen: de iconische gouden koepel bovenop de State Tower. Jep, Lebua at State Tower is niet alleen een van de leukste (en meest luxe) hotels van Thailand, het is ook een filmset waar je kunt overnachten. Gelukkig zonder dat je wakker wordt met een tijger in de badkamer.Waar word je dan wel mee wakker? Denk: uitzicht over de skyline van Bangkok waar je stil van wordt, een infinity bar op duizelingwekkende hoogte, én cocktails op een niveau. Maar ook: dineren in een van de twee twee michelinsterrenrestaurants, een heerlijk zwembad en kneitergoed ontbijt. Perfect voor een tikkie luxe begin of einde van je reis, of gewoon om te zeggen dat je daar sliep waar de chaos begon. Je kunt er ook alleen een drankje doen op de rooftop overigens.

Lebua at State Tower

Nog een rijtje hotels:

Nog een rijtje hotels:

Aman Nai Lert Bangkok: verstopt in een groene tuin midden in de stad en heeft alles wat je van Aman verwacht: serene ruimtes, verfijnde materialen, een spa waar je nooit meer weg wil en een rust die bijna on-Bangkok is.

The Peninsula Bangkok: klassiek chic, elegant en geliefd bij reizigers die ‘het echte Bangkok’ willen ervaren maar dan met service op topniveau. De kamers kijken uit over de rivier, het zwembad slingert langs het water en de boot die je naar de overkant brengt maakt het af. Luxe zonder poespas.

The Sukhothai Bangkok Hotel: een van de meest stijlvolle hotels van de stad, met serene vijvers, moderne Thaise architectuur en kamers die aanvoelen als een luxe retreat. Hier kom je om te ontspannen, te eten (het restaurant is top!) en te genieten van een hotel dat alles feilloos doordacht heeft.

The Mustang Blu: misschien wel het meest fotogenieke hotel van Bangkok: een oud, blauw herenhuis vol karakter, bloemen, kunst en dat typische lekker-vervallen-randje dat je niet kunt namaken. Elke kamer is anders, de sfeer is unieker dan uniek.

Bijna beschamend om te noemen, maar toch stiekem heel leuk. Khao San Road is chaos, backpackers, streetfood, neon en herrie en toch moet je er even geweest zijn. Niet chique, wel ongekend levendig.

Ruen Urai

Ruen Urai

Nog een echte klassieker, qua verhaal, setting én menu. Ruen Urai, wat “House of Gold” betekent, is een van die plekken waar alles klopt: het elegante, bijna romantische Thaise interieur, het warme licht, de klassieke houten details en een sfeer die aanvoelt alsof je in een traditionele woning uit een andere tijd binnenstapt.

De kaart is geïnspireerd op verschillende regio’s van Thailand en speelt moeiteloos met recepten uit de royal Thai cuisine tot verfijnde home-cooking. Het is traditioneel, maar nooit stijf; juist een geweldige plek voor first-timers of iedereen die de Thaise keuken écht wil leren kennen. Van miang khum en pomelo salad tot geurige curries, een perfect gebakken Pad Thai en uiteraard mango sticky rice.

Ruen Urai

Charmgang

Charmgang

Charmgang is een moderne Thaise hotspot waar chef’s flavour rules. Verborgen in een zijstraat van Chinatown ligt dit moderne curryhouse waar de Thaise keuken een frisse, creatieve twist krijgt. De drie jonge chefs, allemaal getraind bij het legendarische Nahm, koken geen brave gerechten maar rijke, romige curries met een diepe kick, langzaam gegaard vlees dat uit elkaar valt als je ernaar kijkt, frisse zuren, onverwachte texturen en combinaties die goed uitpakken. H

et interieur is knus en kleurrijk, een beetje edgy zelfs. Met warme lichten, een open keuken, die typische Charmgang-energie die precies tussen casual en cool hangt. Charmgang is Thai comfort food next level.

Charmgang

Nai Mong Fry Oyster

Nai Mong Fry Oyster

Voor wie van crispy, juicy en hartig houdt, bij Nai Mong Fry Oyster maken ze de beroemdste oesteromelet van Bangkok, een knapperig-romig kunstwerkje dat sizzelt in de wok en binnen een minuut op je bord ligt. Verwacht plastic stoeltjes, een kok die met militaire precisie zijn pan draait, en een omelet die van buiten goudbruin krokant is en van binnen zacht blijft, met die zilte oesters.

Nai Mong Fry Oyster

Yim Yim

Yim Yim

In Chinatown ligt Yim Yim, een old skool Chinese eetplek met minstens honderd jaar aan geschiedenis. Hier geen bling of toeristische gedoe, maar een huiselijke, vertrouwde setting met een knusse ruimte boven een woonhuis, met houten tafels, een eenvoudig interieur en het gevoel dat je aanschuift bij een familie-restaurant waar al generaties wordt gekookt.

Op het menu staan klassieke Teochew-gerechten en Chinese gerechten als gebakken tofu in kleipot, krokante tofu-rollen, rijst met Chinese olijven, of stevige gerechten met vis, zeevruchten en noedels.

Krua Apsorn @Dinso

Krua Apsorn @Dinso

Een klassieker en een geliefde plek onder locals (vooral kantoormedewerkers). Krua Apsorn van oprichter Aunt Daeng serveert Thaise gerechten zoals ze bedoeld zijn. Bestel de krabgerechten (doen!), de omelet met bloemen of de gele curry.

Wedden dat het goed is? De oprichter werd ooit gevraagd als koninklijk chef door Princess Mother Srinagarindra, de moeder van de overleden koning. Het restaurant heeft ook een Michelin Bib Gourmand.

Krua Apsorn 

Aksorn

Aksorn

Aksorn is het domein van chef David Thompson, bekend om zijn liefde voor traditionele Thaise recepten. Hier eet je gerechten die gebaseerd zijn op kookboeken uit de jaren 40 tot 70, een periode waarin het oude Siam langzaam modern Bangkok werd. Het restaurant vind je boven een beroemde oude boekwinkel . Het interieur is prachtig, de wijnkaart een aanrader, maar het echte hoogtepunt is het eten.

Van verfijnde gerechten zoals gehakte garnalen met rode sjalot en geroosterde pinda’s, tot stevige smaken zoals gestoomde varkensribben met bittermeloen en inktvis. En dan is er nog het adembenemende sour orange curry van riviergarnalen met groene papaja.

Aksorn

Baan Ploen Dee Restaurant

Baan Ploen Dee Restaurant

Last man standing, want dit restaurant is een van de laatste echte klong-restaurants van Bangkok. Klong, wat? Klong restaurants zijn eetplekken die direct aan de klongs liggen, de smalle, kanaalachtige waterwegen die door Bangkok lopen. Restaurants die letterlijk aan of boven het water gebouwd zijn, vaak op houten palen. Je zit er met uitzicht op de klong waar longtail-boten, woonboten en locals voorbijvaren. Veel van deze eetplekjes zijn ouderwets, simpel, charmant en súper lokaal. En zo ook deze. Een rommelig-gezellige diner aan het water, waar de ventilatoren zacht zoemen en de longtail-boten voorbij glijden. Toeristen zie je er amper; het zijn vooral locals die hier neerstrijken voor bowls met gloriously zure soepen en de signature dish: een hele snakehead-vis, knapperig gefrituurd en bedekt met geroosterde rijstpoeder, een soort larb-salade maar dan next level. Alles smaakt hier licht, supervers en tegelijk gevaarlijk pittig.