New York: de tofste musea, art spaces en overig moois du 2019
New York, New York, het is niet de eerste keer dat we er zijn geweest. Bekende musea als MoMA, Guggenheim en het Metropolitan Museum (met 's zomers een prachtige dakterras) zijn absoluut het bezoeken waard. De meer verbogen museale schatten van New York City zijn er voor je tweede, derde of tiende bezoek. Deze tofste musea, art spaces en overig moois du 2019 hoeven natuurlijk niet allemaal in één stedentrip…
Architect Paul Rudolph (1918-1997) is helaas niet zo bekend meer. Hij is wel een van Amerika’s grootste, modernistische architecten. Voor hemzelf ontwierp hij een thuis in Manhattan City. Elke eerste vrijdag van de maand is er een mogelijkheid om het huis te bezichtigen. En hoe! Voor 20 dollar kan er vooraf een kaartje worden gekocht. Je stapt binnen, krijgt meteen een drankje in je handen geduwd en je bent meteen vergeten dat je eigenlijk een ‘’museumbezoeker’’ bent. Je loopt door het huis en geniet van de prachtige architectuur, inrichting en kunst. Zo hangt boven de goed gevulde borrelplank een echte Picasso sculptuur bevestigd met een tie-wrap aan de trapbalustrade. Of een vroeg werk van Richard Serra aan de muur in een zeer smalle hal. Het is alsof je opeens vrienden bent met de kunst elite van New York.
Diep in de zee. Ik zeg het je eerlijk. Hier is het heerlijk. Diep in de zee. De songtekst van De Kleine Zeemeermin komt echt tot leven in Battery Park. Midden in het park staat een unieke carrousel waar je in gigantische, uit glasvezel gemaakte tropische vissen kan zitten onder genot van dromerige soundstracks en lichtshow. Een opera- en theaterontwerper heeft dit project bedacht, en eerlijk, het is uniek. De vissen zijn prachtig, de muziek passend en wat bijzonder is, er is geen centraal punt, alle vissen bewegen afzonderlijk zodat je door de zee ‘zwemt’. Je waant je in een onderzeewereld. Overdag deel je de carrousel vaak met kinderen maar ’s avonds is het rustiger. Geen echt museumbezoek maar wel een ervaring.
What No Gucci? Nee, dit museum gaat niet over het Italiaanse modemerk Gucci maar over de kunstenaar Isamu Noguchi (1904-1988). Een Japans-Amerikaanse beeldhouder die – vooral met organische vormen – sculpturen maakte maar ook een aantal design iconen ontwierp. Op mijn designwensenlijst staat zo al jaren zijn wereldberoemde salontafel met sculpturale, houten onderkant en soort waterlelieblad glazenblad. Toen ik er achter kwam dat, midden in Queens, tegenover zijn oude studio, een museum vol met zijn werk was, moest ik er naar toe. En wauw. Je verlaat het drukke New York, en fladdert door zijn Japans geïnspireerde tuin, ziet zijn vele beeldhouwwerken en kan verdwalen in zalen vol met zijn uit washipapier gemaakte lampen (Akari Light Sculptures).
Maar hoe kom je vanuit Manhattan bij dit unieke museum in het verre Queens? Je kan natuurlijk de ondergrondse metro nemen, maar er is een leukere manier. In een van mijn favoriete televisieseries, White Collar, springt kunstvervalser Neal Caffrey van de ene naar de andere gondel van de Roosevelt Island Tram om de FBI te ontwijken. Dit gebeurt terwijl we als kijker tegelijk een spectaculair uitzicht hebben over de Upper East Side. Dit wilde ik ook. Althans, genieten van het uitzicht, ik wel veilig in de gondel. Zo gezegd, zo gedaan. En wanneer je aankomt op Roosevelt Island, kan je de veerpont nemen die je praktisch voor de deur van het museum dropt. Een geweldige manier om de stad in al haar schoonheid te ontdekken!