Heb je een groene schutting van bijvoorbeeld klimop, dan kan dat in de winter nogal somber ogen. Treurig zelfs. Als je er winterbloeiende struiken voor zet, ben je van dat probleem af. Ha! Denk dan aan de winterjasmijn. Die geeft gele bloemen en ruikt heerlijk. Clematis armandii is een witbloeiende late klimplant. Viburnum Tinus (sneeuwbal) bloeit met witroze bloemen. De Mahoniestruik bloeit geel. Hamamelis bloeit vanaf januari. Die is er in meerdere kleuren.  Kornoelje (Cornus Alba Siberica) heeft mooie rode takken.

Ook een goede tip: de meeste grassen zien er tot het voorjaar mooi uit. Helleborus bloeit vanaf januari. 

Als je plaats hebt in je (moes)tuin, dan kun je er eetbare planten inzetten zoals bijvoorbeeld de olijfwilg Elaeagnus. Zet hem vooral niet in pot want hij gaat diep wortelen! Daarom kan hij dus wel weer heel goed tegen droogte. De olijfwilg is éénslachtig; dat wil zeggen dat je een mannelijke en vrouwelijke plant nodig hebt om vruchten te krijgen. Een goede combinatie is Elaeagnus umbellata met de Elaeagnus multiflora.

* Bij vorst niet gaan planten of spitten! Als het niet vriest kun je verplanten of aanplanten.

* Klimrozen kunnen nu gesnoeid worden, net als de fruitstruiken. De struikrozen pas in maart snoeien. Net zoals de vlinderstruik, lavatera en hortensia. Snoei de klimop niet in het najaar want daar vinden de insecten nog volop nectar.

* Stekken maken van houtachtige planten.

* De tuinslang leeg laten lopen en opbergen. De pomp uit de vijver halen en droog opslaan. Lege potten schoon en droog opbergen zodat er geen schimmels ontstaan.

* Dahlia’s uit de grond halen (dit kun je het best doen als het wat gevroren heeft): 10 cm boven de knol afknippen en droog en donker opbergen.

* Agapanthus die te groot wordt, in stukken verdelen.

* Ruim de tuin niet te netjes op! Gooi de afgewaaide bladeren in een hoekje van de tuin zodat vogeltjes en andere kleine diertjes daar wat kunnen scharrelen of een schuilplekje vinden.