Het is heerlijk citytrippen in foodie-stad Manchester (incl. toffe hotels)
Ah, Manchester. De stad die altijd beweegt en waar altijd wel wat gebeurt. Het is hip, anders, industrieel en groots. Van slaperig stadje tot industriële krachtpatser. Manchester heeft een ontzettend belangrijke rol gehad in de industriële revolutie en dat zie je ook terug in de architectuur. Wat eerst drukke fabrieken waren, zijn nu opnieuw uitgevonden restaurants, boetieks, bars, markten en hotels. De innovatieve geest van vroeger is er nog steeds aanwezig en dat vertaalt zich, heel fijn, naar microbrouwerijen, foodietours en routes waar je op zoek gaat naar straatkunst (is er genoeg, zo heeft de stad zelfs z'n 'eigen' Banksy). Tussen de hoge gebouwen en oude fabrieken vind je ook genoeg groen aan parken en stadtuinen. Je bent er ook zo met de trein (Londen naar Manchester is minder dan drie uur).
Één ding is zeker: ga je op zoek naar één van deze hidden gems, kom je er onderweg nog veel meer tegen.
Laat je niet afschrikken door het paarse YOTEL dat pontificaal boven de ingang hangt. Zo lelijk als we het logo vinden, zo knap en heerlijk is het binnen. Waar YOTEL vaak sobere kamers heeft, hebben ze er in Manchester wat kleur en funky behang tegenaan gegooid. En dat, beste mensen, werkt heel goed. Maar uiteindelijk ga je richting YOTEL voor de bar, Motley. Kan ook als je ergens anders slaapt, hoor. Motley is een smeltkroes voor zowel de locals als de hotelgasten. Van lunch tot laat, het menu staat tot de nok toe gevuld met ongecompliceerde, milieuvriendelijke en goed voor de soulgerechten die kilometerarm, op ingrediënten gebaseerd, huiselijk, lokaal en seizoensgebonden zijn. Ze hebben een top selectie bieren van de tap. Kom je in het weekend, is reserveren erg handig.
Van top tot teen is de Doghouse Manchester geen standaard hotel. Tenzij je gewend bent aan een bierkoelkast in je douche, maar voor het gemak gaan we er vanuit dat je dit niet zo vaak hebt meegemaakt. Er is een heel fijn dakterras waar je over heel Manchester heen kunt kijken, je hebt een eigen biertap in je hotelkamer en je mag de viervoeter meenemen. De biervibe is strong en dat is ook wel logisch als je bedenkt dat het ontworpen is door de Schotse brouwerij Brewdog. Goed slapen, goed bier, goed weekend.
Weelderig, dat zijn alle kamers van The Lowry Hotel. Ze hebben ook allemaal wel een zitje, een nis aan het raam, een tafel om aan te werken of lezen (en sommige kamers hebben dit allemaal). De service is eerste klas en het in house The River Restaurant heeft een warme uitstraling door de zachte kleurtinten en planten, maar toch ook een touch stoer door het industriële. Je kunt ook gebruik maken van de spa en fitness ruimte. Zeker niet de goedkoopste optie in Manchester, maar wel één van de beste. Je slaapt extra lekker wanneer je weer dat de lui achter The Lowry Hotel ook lokale liefdadigheidsinstellingen en gemeenschapsprojecten ondersteunen en 100 procent duurzame energie gebruiken.
Huh, Leven: dat is toch Nederlands? Ja klopt, en daar komt de naam van het hotel ook vandaan. De leven. Niet echt, maar komt van het Oud-Engelse woord van live (want dan leven was). Ok, genoeg over de naam, want er valt genoeg te vertellen over de plek zelf. Prachtig van buiten én binnen. Strak, modern met alleen maar unieke kamers (die natuurlijk geïnspireerd zijn door de rijke geschiedenis van de straat zelf, Chorlton Street). Alle kamers hebben eikenhouten vloeren en op maat gemaakte meubels. Sommige hebben prachtige hoge plafonds en vrijstaande baden (met uitzicht op de reuring van de straat eronder). Slapen doe je ook als een roos op de hele dikke matrassen en ‘s ochtends is het de dag goed beginnen met Grown Alchemist badproducten. Alles helemaal in het kader van duurzaamheid. Goed leven voor alles en iedereen dus.
Het eten van een stad zegt alles over het karakter. Bij deze: Manchester zit foodie-wise helemaal goed. Van freakshakes bij Black Milk en veganistische lekkernijen bij Wholesome Junkies tot internationaal streetfood bij GRUB MCR en Hatch (die ook een microbrouwerij heeft: extra punten). Wil je nog dieper de keukens van MRC induiken, boek dan één van dec culinaire rondleidingen van Scranchester en leer hoe de culturele wortels van de stad de eclectische keuken hebben geïnspireerd, met acht proeverijen onderweg (welke dat zijn, kom je pas achter na het boeken).
Ancoats is een ander succesverhaal: een wijk die is getransformeerd van een industriële buitenwijk tot een oase van nachtleven, winkels en indie-bistro’s. Net als de buurman, de Northern Quarter, waar vinylplatenwinkels zitten tussen veganistische cafés, kunstgalerijen en muziekpodia. Nog een tof project (ja nog een) is het nieuwe RHS Garden Bridgewater, een lommerrijk wild bos en sierlijke ‘Paradise Garden’ in het noordwesten van de stad, plus alles van lichtpaden tot openluchtconcerten het hele jaar door.
De eetcultuur van Manchester is de sleutel geweest tot de regeneratie van de stad, waarbij veel van de oude pakhuizen aan het water zijn omgetoverd tot bloeiende hotspots met goed street food en live muziek. Bij Escape to Freight Island (een voormalig vrachtdepot, veel industriëler wordt het niet) kun je terecht bij talloze internationale food stands, van Vietnamese pho tot Mexicaanse taco’s. Natuurlijk hoort daar een drankje in de hand bij, en ook daarvoor kom je hier gerust aan je trekken: cocktailbars, lokaal craft beer en een grote selectie aan allerhande wijnen. Vijf keer is in de week is er de mogelijkheid om aan te schuiven voor life muziek, een film of comedy show.
Ducie Street Warehouse, dicht bij Piccadilly Gardens, is een restaurant, cocktailbar en evenementenruimte in één. Favoriete evenement? De hondvriendelijke bioscoopavonden. op de kaart vind je kleine en wat grotere gerechten met het idee om de tafel vol te gooien en van alles wat te proeven. Pádron pepers, Gochujan kip, lamkofta en knolselderij shawarma zijn slechts een kleine greep uit het avondmenu. Ook de brunch is steengoed. Grandad’s Cumberland sausage op een aardappelbrioche is wel echt brunchen 2.0. Bestel er een extra poached egg bij (zonder ei is het geen brunch) en je kunt weer even door. Of uitbuiken op de hotelkamer, kan ook.
Ondertussen bezet Mackie Mayor de voormalige Smithfield Market, een ruim en licht erfgoedgebouw met veel (veel) karakter. De communal eetzaal bruist altijd, en de eclectische eetstalletjes serveren alles: van zuurdesempizza’s tot typisch Engelse roast beef dinners, met custard gevulde donuts en nog veel meer wat je allemaal wilt eten. Ook echt weer zo’n prachtvoorbeeld van dat modern idustriele met al zijn baksteenglorie, stalen bogen en schitterend glazen plafond. Het hele marktlui concept is in stand gehouden maar dan in een modern jasje (en met beter eten, dat dan weer wel).
Manchester is op verschillende manieren supergoed te bereiken: met de auto, met het vliegtuig en ook zeker met de trein. Het treinstation zit hartje centrum en vanuit daar ben je overal zo met (gratis!) bussen die elke 10 á twintig minuten vertrekken. Manchester is ook vrijwel zo plat als een pannekoek, dus een fiets huren behoort ook zeker tot één van de mogelijkheden. Gewoon, lekker Nederlands.