Tirol in de zomer: op naar Innsbruck
De zomervakantie is nog maar net voorbij, en we zitten alweer met ons hoofd in de wolken (letterlijk) om plannen voor volgend jaar te smeden. Bij Innsbruck denk je waarschijnlijk meteen aan wintersport, maar de hoofdstad van Tirol is het hele jaar door een leuke bestemming. Er zijn gezellige pleinen, allerlei stukjes verborgen geschiedenis en verschillende opera's. Lekker veelzijdig dus, net als haar omgeving. Innsbruck is een veelzijdige uitvalsbasis voor wie niet kan kiezen tussen stad en bergen. Vanuit de stad sta je binnen 35 minuten in de bergen. Best of both worlds.
Voor het los kan gehen moet je wel nog op bestemming komen. Vliegen of zelf met de auto naar Oostenrijk rijden kan, maar het is ook mogelijk om de Nightjet te nemen. Dit is niet alleen duurzamer, maar vaak ook goedkoper dan vliegen of rijden. Vanaf ongeveer €60 boek je een enkeltje in een mini cabin; een compacte privé-slaapcabine. De trein vertrekt iedere avond vanuit Amsterdam en komt in de ochtend (veertien uur later) aan in Innsbruck. Je verliest geen kostbare reistijd en hoeft ook geen hotel te boeken. Vanaf 21:00 is er nachtrust en wordt verwacht dat je stil bent. ’s Ochtends krijg je een kopje koffie of thee en een ontbijt om de ergste trek te stillen voor je de stad in wandelt. Wanneer je meer wilt leren over de geschiedenis van de stad kun je dit doen onder begeleiding van een lokale gids. Geen Google Maps of ChatGPT meer nodig.
Reizen met de Nightjet heeft veel voordelen, maar houd wel in gedachten dat het (nog) niet de meest comfortabele manier van reizen is. Gelukkig zijn er een aantal dingen die je kunt doen om de reis aangenamer te maken. Iedere coupé heeft twee toiletten en een ruimte met een wastafeltje. Vanwege de beperkte ruimte is het fijner om je in je eigen cabine op te frissen, natte doekjes (en eventueel wegwerpwashandjes) komen goed van pas. Zorg voor warme kleding en een omslagdoek of sjaal die je als extra dekentje kunt gebruiken voor het geval je het fleece dekentje in de cabine onvoldoende is. Hoewel het soms een beetje behelpen is, reist je wél een stuk duurzamer, bespaar je geld en word je beloond met een prachtig uitzicht.
Tijd om de benen te strekken en de koffers te droppen. Hotel aDLERS ligt op loopafstand van het treinstation en is een prima uitvalsbasis voor het verkennen van de stad. Vanaf de rooftop op de twaalfde verdieping, waar zowel de bar als restaurant Weitsicht zich bevinden, kijk je uit over de stad en de bergen. Breakfast (of dinner) with a view it is. Op het uitgebreide ontbijtbuffet staat een Nutella tap (willen we thuis ook), en op de kaart van Weitsicht staat voor ieder wat wils. Zowel vleeseters als vega’s komen hier aan hun trekken.
Hotel aDLERS is niet de enige plek waar je met een mooi uitzicht kunt ontbijten. Vanuit restaurant SKY boven springschans Bergisel zie je niet alleen de stad, maar als je geluk hebt ook skispringers door de lucht vliegen. Zelfs wanneer er geen training aan de gang is is het de moeite waard om de kabelbaan naar het uitkijkplatform te nemen. Wanneer je een Innsbruck Card (daarover hieronder meer) hebt hoef je daar niet voor te betalen.
Als je veel wilt zien in een korte tijd is de Innsbruck Card een aanrader. Met deze toeristenkaart heb je vrije toegang tot verschillende musea en bezienswaardigheden, reis je gratis met het openbaar vervoer en kun je met de Nordkettenbahnen vanuit het centrum helemaal omhoog naar de Top of Innsbruck en weer terug. Onderweg stap je twee keer over, de Seegrube is het middenstation en heeft een gelijknamig restaurant met groot zonneterras en uitzicht over de stad. Geliefd onder toeristen én locals. Op zondag zijn veel restaurants gesloten en trekken ook zij de bergen in. ’s Winters voor de sneeuw, ’s zomers juist om de verkoeling op te zoeken. De porties zijn flink, dus een wandeling om het eten te laten zakken is geen overbodige luxe. De Seegrube is het startpunt van de Perspektivenweg, een korte wandelroute van zo’n drie kilometer die je langs verschillende houten platformen leidt.
Op het eerste gezicht zou je het misschien niet zeggen, maar wanneer je goed zoekt, kom je erachter dat er in Innsbruck verrassend veel hippe (koffie)tentjes te vinden zijn. Dat heeft er vast mee te maken dat het een echte studentenstad is. Koffie en natuurwijn drink je bij haepinest. Bij Karrafu staat er een rij voor matcha en baksels en bij Café Momo drink je een bakkie tussen de boeken. Bij Café Bar Moustache kun je tot laat aan de bar hangen of op de bank ploffen. De zaak is groot maar toch gezellig, mede doordat hij is verdeeld in verschillende ruimtes. Bestellingen worden hier nog oldskool met pen en papier opgenomen en betalen kan uitsluitend met cash.
Bij restaurant Stiftskeller staan de tafels vol lokale gerechten. Tegenover Stiftskeller ligt het Baklava café, hier haal je de beste baklava van de stad. Restaurant Das Brahms ligt aan een gezellig pleintje en heeft een gevarieerde kaart. Vooral op het terras zit je gezellig. Toen wij er waren was het cantharellen seizoen in volle gang. Vandaar dat de keuze op de Pfifferlingsgulasch (op de foto) viel. Lekker én vegetarisch. Voor nog meer goed vegetarisch eten ga je naar Das Blum.
Een stukje buiten Innsbruck, maar Familien-Landhotel Der Stern in Obsteig is té leuk om niet te benoemen. Zoals de naam al doet vermoeden is het hotel helemaal ingesteld op families. Er is een geweldige binnenspeeltuin waar je beter kunt apenkooien dan je ooit eerder deed. Geen plastic toestellen en ballenbakken vol kindersnot maar netten, hout en touwen. Verder kunnen kinderen twee keer per week onder begeleiding het bos in. Ook hier toffe toestellen (waaronder een boomhut waar je U tegen zegt), al leert de ervaring dat kinderen zich met een paar takjes urenlang kunnen vermaken. Genoeg te doen bij dit hotel, maar vergeet in ieder geval niet om de apfelstrudel bij restaurant Der Stern te proeven. Deze wordt gebakken volgens het recept van oma, die zelf tot ze ver in de 90 was dagelijks in de keuken stond en dus jarenlang de tijd heeft gehad om haar recept te perfectioneren.
De omgeving van Innsbruck is minstens zo mooi als de stad zelf. ’s Winters wordt er volop gewintersport, maar in de zomer kun je er mooie bergwandelingen maken. Zelf maakten we de Drei-Seen-Wanderung in Kühtai, een van de hoogstgelegen skidorpen van Oostenrijk ongeveer 35 km van Innsbruck. De hike duurt ongeveer drie uur en leidt langs drie meren, in de eerste wordt regelmatig gezwommen. Bikini mee wanneer je op een warme dag gaat dus. Hoewel je niet extreem fit hoeft te zijn is het wel fijn als je een beetje in vorm bent. Kühtai is een klein dorp, maar de voorzieningen die er zijn zijn gelukkig wel goed. Bij restaurant Dorfstadl hebben ze een uitgebreide kaart. Zowel de Kaiserschmarrn als de avocadosalade gingen er wel in, helemaal na de wandeling.