5 hele goede redenen om naar Oslo in Noorwegen af te reizen
Mocht je op zoek zijn naar een city trip, dan moet Oslo zeker bovenaan je lijstje. Een stad die bol staat van de architectuur met bijbehorende skyline van van alles wat, hele goede restaurants met wijnkelders waar je bang van wordt, winkels met de mooiste Scandinavische mode en hebbedingetjes en hotels waar je nooit meer weg wilt. Je kunt je bankrekening makkelijk helemaal leeghalen, maar met de juiste tips en hier en daar een broodje onderweg is het echt goed te doen.
Zie je door de bomen het bos niet meer (hebben ze daar ook nogal veel: alle natuur zit om de hoek), dan hebben we hier vijf hele goede redenen waarom je echt naar Oslo moet. Van echt-heel-luxe tot budget en van alles wat.
Omdat Oslo aan de Oslafjord ligt, ben je nooit heel ver van het water. Fijne terrassen, slenteren over de boulevard, suppen, met de ferry naar de eilanden: Oslo is je oyster. Maar goed, deze dingen kun je op andere plekken ook doen. Ha, zo niet met de drijvende sauna’s! Voor een x bedrag per dagdeel (en ga je met een (klein) groepje, breekt dat echt de bank niet) huur je je eigen sauna aan het water. Verspreid op verschillende plekken door de stad heb je je eigen sauna, buitendouche en plek in de zon. Je kijkt uit over het water en de eilanden en als het je allemaal te heet onder de voeten wordt, neem je een duik (ja, is fris, maar knap je van op). KOK heeft drie saunaboten die liggen aan de Langkaia, recht tegenover het Operahuis (over uitzicht gesproken). Of kies een iets ‘hipper’ gedeelte en boek de drijvende sauna’s bij foodhallen Oslo Fjord Spa. Soort kleine commune van sauna’s vrijwel midden in het centrum. Dagje sightsee-en zo afsluiten klinkt zo slecht nog niet.
Ja, hier moet je even voor sparen (ondergetekende in ieder geval), maar The Thief Hotel op een klein eilandje ten zuidwesten van het centrum van Oslo en naast het Astrup Fearnley Museum (kun je gratis heen als je hier slaapt!) is het meer dan waard. De inrichting is warm modern: denk donkerblauw, goud en okergeel, maar met kekke details zoals de meer dan levensgrote foto van een cowboy meteen al in de foyer en strakke details. De kamers (ook niks standaards aan de Standard Room) hebben een balkon, een regendouche en bad en een bed waar je nooit meer uit wilt. Lukt dat laatste je toch, dan moet je even een kijkje nemen (en cocktail drinken) op het rooftop terrace of jezelf pamperen in de spa. En het ontbijtbuffet…tsjah. Ontbijt is nooit meer hetzelfde wanneer je bij The Thief hebt ontbeten. Werkelijk alles staat voor je klaar: verse health juices, English breakfast en alles wat daarbij hoort (maar dan met rendierworstjes), meer soorten brood en crackers dan je ooit in je leven hebt gezien, een selectie een kaas en vlees dat niet onderdoet voor bij een luxe diner en natuurlijk verse vis.
Al ga je nu musea in: het is alsnog architectuur en design wat de ganse dag de klok slaat. Van de gebouwen om je heen tot de inrichting van het hotel en de etalages waar je langsloopt. Overal vind je standbeelden, sculpturen en exposities (zowel binnen als buiten – die laatste zijn vaak gratis). Inkoppertje is natuurlijk het Astrup Fearnley Museum of Modern Art (entree is ongeveer een tientje) waar je zomaar een middag kwijt bent. Een ander museum dat je zeker niet mag overslaan is het National Museum. Een klein, maar fijn, museum (in een heel gezellige buurt: Engebret – oudste restaurants van Oslo – zit om de hoek) waar je precies ziet hoe design een onderdeel is van het Noorse DNA. Van textiel op de muur tot prachtige stapelbedden tot de iconische Tripp Trapp kinderstoel van Peter Opsvik. Die laatste vind je er ook in megamaat, wat zich weer leent tot heel Instagrammable foto’s. Vergeet ook zeker niet langs het water bij het Opera House te lopen: helemaal gratis.
Dinner with a view is bij Ekebergrestauranten in het Ekebergpark nog een understatement. Je kijkt uit over de haven en eilanden, de hele stad zelf en de bergen eromheen. Vanaf het Opera House loop je er binnen een klein uurtje naartoe, waarbij het laatste stuk over een pad door het park loopt en het uitzicht telkens een beetje beter wordt (wacht gewoon tot het laatste moment voor foto’s). Je kunt ook vanaf de andere kant komen. Dan loop je meer door het Ekebergpark, dat een mix is van natuur, geschiedenis en heel veel (gekke én toffe) sculpturen. Oja, en natuurlijk het Ekebergrestauranten zelf. Ze hebben een modern Scandinavisch menu, wat zich vertaalt naar klassieker als de Skagen toast (met garnaal, rivierkreeft en dille op z’n sjiek), maar ook een fantastische vissoep en hele goede deserts (ga voor de karamelpudding). Als je gaat lunchen heb je al voor 50 euro een drie gangen menu en een onbetaalbaar uitzicht.
Favoriete plek van Oslo? Mes op de keel is dat misschien wel de Vippa Food Court. Vippa vind je aan de rand van de Oslo-fjord, met een terras waar de zon de hele dag schijnt. Geen fancy gedoe, maar luie stoelen, picknicktafels of gewoon op de grond met je benen bungelend over het water. Vroeger was deze loods een plek waar van alles en nog wat werd opgeslagen, nu wordt er van alles en nog wat gekookt. Er zijn ongeveer elf foodstands (van Chinese dumplings tot Poolse pierogi, de Syrische keuken, Noorse zeevruchten en allerhande aan andere gerechten toe). De producten zijn lokaal en duurzaam, waar het kan van boeren in de regio Oslo. Een heel relaxte, gezellige (en zeker hippe) plek waar je de hele middag kunt happen en borrelen.
