Dit is waarom je naar centraal Portugal moet gaan (+ tips)
Oh Portugal, wat ben je mooi. Niet alleen de Algarve of Lissabon hoor, maar Centraal Portugal. Denk je misschien niet zo snel aan, maar daar moet je echt voor een vakantie neerstrijken. Je kunt er heerlijk wandelen, fietsen en goed eten. Echt goed eten. Hotels, yep die zitten er ook een hoop en dan niet de minste. Centraal Portugal is de place voor je vakantie.
Er gaat sowieso een lichtje bij je branden als we Portugal, de Algarve of Lissabon zeggen. Misschien komt Faro ook nog wel in je op, maar als we het over centraal Portugal hebben dan zullen er wellicht wat vraagtekens komen. Snappen we, dit is immers het minst toeristische gedeelte van het land.
Maar heel uitgestrekt, dat is het ook. De grootste regio van Portugal om precies te zijn. Je hebt er zee, cultuur en een hoop natuur. What to do? En waar te beginnen? Wij hebben hier alle leuke adresjes, steden en natuurtips voor je.
Kleine sneakpeak van onderstaande tips: de bergketen Serra da Estrela is een sprookje. Je vindt er allerlei outdoor activiteiten, zoals 14 wandelroutes en 4 mountainbike routes. We leggen later in dit artikel uit wat je er nog meer kunt doen.
Misschien niet het meest knusse stadje van deze regio, maar Viseu is uitgeroepen tot de Portugese stad met de hoogste levenskwaliteit. Veel groen dus. Heerlijk voor bijvoorbeeld een wandeling door het historisch centrum langs Adro da Sé, het plein voor de kathedraal.
Maar dan zijn er eigenlijk twee aspecten waarom Viseu wel in dit lijstje staat. De eerste is Pousada de Viseu. Een heerlijk hotel, vanaf waar je de regio goed kunt ontdekken. En breng een bezoek aan het voormalige São Teotónio-ziekenhuis. Hier heb je een prachtig uitzicht op de historische binnenstad. Met name de spa, het verwarmde binnenzwembad en de kids club (dubbel hurray voor een kids club) stellen niet teleur. En dan Restaurante De Raíz, net buiten de stad, maar wel zeker het bezoeken waard. Hier geniet je van traditionele gerechten naar grootmoeders recept.
Kronkelige paden, rotsblokken en vooral rust; we zijn in de Serra da Estrela. De hoogste berg van het vasteland van Portugal en hoogtepunt van centraal Portugal. De gletsjer is de enige plek in het land waar je in de winter kan skiën. Wandelen kan ook hoor, je hoeft niet op de latten. Dan zijn we je natuurlijk ook een uitleg verschuldigd waarom het minstens zo mooi is in de zomer. Bergdorpen in overvloed. En de rivierstranden maken het ook wel erg aangenaam. Zo is er Praia Fluvial de Loriga in de gletsjervallei van Loriga. Dit strand, met kristalhelder water (erg koud, maar afkoelen is ook fijn) is omgeven door de mooiste natuur. Tijdens de officiële zomerbadperiode in juli en augustus vind je er zelfs een café, een badmeester en een hoop picknickbanken. Praia Fluvial da Lapa dos Dinheiros is ook zo’n rivierstrand als je nog meer van zulks zoekt.
We promised you hotels, en niet de minste. Dan hebben we het onder andere over Casas da Lapa, Nature & Spa Hotel. Als je echt tot rust wil komen, dan weet je dat je in dit hotel slaagt. ‘s Avonds een dorpje inlopen voor wat gezelligheid zit er wellicht niet in, maar ach dat is ook helemaal niet nodig in zo’n hotel dat je van alle gemakken voorziet.
Vol lof praten we over dit hotel, leggen we je ook uit waarom hoor. Het bergresort ligt in Lapa dos Dinheiros en is een typisch gevalletje klein maar fijn. Deze accommodatie beschikt over 7 kamers en 8 suites, een spa met op maat gemaakte aromatherapie , 3 zwembaden (een binnenzwembad en 2 panoramische buitenzwembaden) en een restaurant gespecialiseerd in de regionale keuken. En die suites met twee verdiepingen en een terras met fantastisch uitzicht, daar tekenen we voor.
Het hotel ligt op ongeveer 7 km afstand van Seia en ten noordwesten van het natuurpark Serra da Estrela.
En niet een, maar twee hotels die je eigenlijk niet mag overslaan in deze regio. Als je het ons vraagt. Paar nachtjes in Casas da Lapa en dan door naar Casa de São Lourenço. Dit hotel vraagt om wat meer uitleg. Het vijfsterrenhotel in de Serra da Estrela streek, heeft een panoramisch uitzicht over de gletsjervallei en is ontworpen in 1940 door de architect Rogério de Azevedo,
Het hotel heeft 17 kamers en 4 suites, die zitten op 1250 meter hoogte en zijn allemaal verschillend. Nieuw meets oud in het interieur. De kamers zijn dus nooit hetzelfde, maar ze hebben twee dingen gemeen. Ze zijn vol wol. Wol? Jup, dat komt door de Burel Factory. Het hotel is geïnspireerd op deze wolfabriek. Met behulp van dezelfde machines en traditionele apparatuur uit de tijd dat de industrie nog met de hand werd gemaakt, wordt vandaag de dag nog steeds gewerkt. Dat zorgt voor unieke, verschillende en kwalitatief hoogwaardige stoffen en dat zie je terug in het hotel. Bij de slippers die je krijgt, bij het kleed op het bed, maar ook in het restaurant.
En het restaurant, daar zouden we een los artikel over kunnen schrijven. Want oh, oh, oh wat is dit hemels. De muren zijn gemaakt van decoraties uit de wolfabriek. Zorgt voor een magisch gevoel. Al helemaal als het avond is.
Met verse en lokale ingrediënten op het menu. Bijpassend wijntje erbij? Geen probleem. De gastheer en sommelier hebben hier kennis van zaken en helpen je graag. Sla vooral het ontbijt niet over, want daar dromen we nog van. Al waren we ook voornamelijk afgeleid door het uitzicht.
En dan nog het laatste waarom we eigenlijk niet naar huis toe willen: de omgeving. Daar worden dagelijks wandeling georganiseerd vanuit het hotel. Dit allemaal met een gids en zolang je zelf wil, want het aanbod in hiking trails is groot.
Voor de afwisseling weer even een dorpje tussendoor. Maar pinky promise, deze is echt leuk. Belmonte dus, niet groot maar het straalt vriendelijkheid uit. Een belangrijk dorpje voor de Joodse gemeenschap, met een rijke geschiedenis. Neemt niet weg dat je er veel kan doen. Zo is er een olijfolie-museum en een kaasmuseum.
Niet groot, maar goed te combineren met een fietstocht. Die start dan in Sortelha en eindigt in Belmonte en dat is soms best aanpoten, maar daar geven we je hieronder een goede lunchplek voor terug. Kun je bijvoorbeeld doen via A2Z Adventures.
Voor die goede lunch, of diner natuurlijk, moet je dan weer een kilometer verder dan Belmonte zijn. Bij Pousada do Convento de Belmonte om precies te zijn.
Chique dineren, daar is een doelgroep voor in Portugal. En mocht je nu nog meer luxe willen toevoegen aan je vakantie, dan ben je bij Mesa de Lemos precies op de goede plek. Daar zou je eigenlijk alleen al eens een kijkje moeten nemen voor de architectuur en de omgeving. Quinta de Lemos is een wijngaard, een wijnmakerij, en het Mesa de Lemos restaurant vinden wij ook een heel fijn adres.
Mesa de Lemos is zelfs bekroond met een Michelinster en dat snappen we, omgeven in de rustige bergen, met fantastisch interieur en het menu is echt waan-zin-nig. Voor de kookkunsten zorgt onder andere chef-kok Diogo Rocha, een inwoner van de regio. Creativiteit en respect voor de producten staan centraal met veel aandacht voor eigen wijn, olijfolie en groenten.
