3 x overnachten in Dublin
Wanneer je een week of weekend de hort op gaat, is het zo belangrijk om ook op een fijne plek te slapen. Om goed te slapen, om iets langer in bed te blijven liggen maar ook als je constant de stad in bent en je even snel wilt opfrissen. Hoe meer tijd je van plan bent in je hotelkamer door te brengen, hoe belangrijker het is dat het echt als even-er-helemaal-uit voelt. Maar als je er eigenlijk alleen gaat slapen, dan wil je misschien ook weer niet teveel geld uitgeven aan je overnachting. Kijk, daar hebben we wat op.
Naast de klassieke pracht-en-praal hotels die de historische binnenstad kent (en daar houden we ook van, don't get us wrong), kent de stad tegenwoordig te gekke, eigentijdse, perfect-van-prijs, kwaliteit én locatie hotels. Komen ze: 3 x overnachten in Dublin zoals wij het zouden doen (plus nog een klein rijtje sjiek-de-friemel plekken).
Wil je de lanen op en de paden in, maar dan net van die gebaande paden af? Kies dan deze alternatieve routes in Dublin.
Bij binnenkomst weet je; dit is het. Hotel The Dean, om de hoek van de St. Patricks Kathedraal, heeft die juiste sjiek maar cool en urban vibe. De lobby ademt gelijk al die coolness die je overal in de stad tegenkomt. Op de fijne kamers vind je veel verwijzingen naar de brede muziekgeschiedenis van de stad, zoals elpees, een platenspeler en een Marshall versterker. En dan die bedden, oh die bedden. Dat wat je nodig hebt the morning after the night before. Nog wel even daarover: de oordoppen op het nachtkastje liggen er niet voor niks. In het weekend wordt de hele toko namelijk omgetoverd tot club en dreunt de bas lekker door. Roes uitgeslapen? Ontbijten doe je op de bovenste etage, bij Sophies. Pannenkoeken, French toast, verse sappen en alles met uitzicht over de stad. Dean’s jongere zusje The Devlin mag er trouwens ook wezen. This cool kid on the block zit net een tikkeltje verder uit het centrum, maar even knap en stijlvol.
O well hello you kleine verrassing in het hart van Dublin! The Wren Urban Nest Hotel mag dan relatief klein ogen; het heeft grootste ideeën op het gebied van milieuvriendelijk overnachten. De 137 superslimme, lichte kamers vind je verstopt midden in het historische centrum van de stad op de plek waar voorheen Andrew’s Lane Theatre zat (een steenworp afstand van Temple Bar en College Green). De ‘Cosy’ en ‘Snug’-kamers zijn klein maar superslim en hebben precies dat wat je van een city hotel mag verwachten: hele goede bedden, een prettige badkamer, een apart toilet (dankuwel – we willen namelijk ook wel eens met een vriend(in) op citytrip) en voldoende bergruimte (onder het hoge bed – handig) voor een paar dagen in de stad.
Duurzaamheid is belangrijk hier. Het in lichte houttinten gehulde hotel geeft het qua look & feel al een beetje weg, maar je merkt het ook aan de papieren rietjes, de biologische wijnkaart, de lokale producten en het hergebruiken van de handdoeken. Wat je niet ziet, is dat het hotel 100 procent hernieuwbare elektriciteit gebruikt en de meeste warmte opvangt.
Tip: probeer een van de bovenste kamers te reserveren, dan heb je ook nog eens een waanzinnig uitzicht over de stad door de grote glazen ramen pal naast je bed (en geen inkijk).
Ah, The Devlin, we noemden hem al even, een jong en fris (en cool) hotel in een van de meest trendy wijken van Dublin: Ranelagh. Er staat een bioscoop op het terrein, er is een stijlvol restaurant op het dak en een cocktailbar op de begane grond. Wat wil een beetje stedentripper nog meer, non?
The Devlin ligt in Ranelagh, net ten zuiden van het centrum van Dublin. Bars, pubs en restaurants om de hoek; top! Ook top zijn de twee tramhaltes binnen vijf minuten lopen waardoor het stadscentrum van Dublin, winkelstraten en culturele bezienswaardigheden zich op enkele minuten afstand bevinden.
Mocht je nu toch zo’n heerlijk, tikkie klassiek (vaak ook een tikkie prijzig) hotel blieven… We feel you! We houden er ook van. Aanraders? Hebben we hoor! Doe jezelf een lol en check één van deze hotels:
The Merrion Hotel – zeker ook voor de restaurants hier, de bars en de spa.
The Wilder Townhouse– prachtig boutique townhouse uit Victoriaanse tijden.
Haddington House – statig en strak van de buitenkant, speels en verrassend kleurrijk van binnen. Zo’n copy paste gevalletje.
The Shelbourne – weelderige suites die niet zouden misstaan in Downton Abbey, maar dan op z’n eigentijds.
The Westbury – volgens Condé Nast het #1 hotel van Ierland en #36 in de top 50 beste hotels in de wereld. Zegt genoeg, dunkt me.
Number 31 – knap en kleurrijk Townhuis met kleine patio en een ontbijt waar je terug voor gaat komen.
