24 uur in Delft? Dat doe je zo
Wil je grachten, maar geen drukte? Wil je fijn winkelen, maar geen hordes mensen? Wil je smalle steegjes, maar geen wallen? En wil je bruggetjes, maar niet het risico om er vanaf te vallen omdat je moet uitwijken voor toeristen, auto’s, fietsers en nog meer toeristen? Dan moet je niet in Amsterdam, maar in Delft zijn. Een kleinere, overzichtelijke optie voor een little escape tussen de oud-Hollandse glorie. En we hebben het weer prachtig voor elkaar gekregen, al zeggen we het zelf. We waren 24 uur in Delft en die hebben we hartstikke lekker ingedeeld. Ben je klaar voor de leukste plekjes van Delft?
Stel, je besluit een weekend naar Delft te gaan. Gewoon, een nachtje weg, zoals we dat zo goed kunnen. Op zaterdagochtend heen, zondag weer naar huis. Dan beginnen we met de plaats van overnachting: Hotel Casa Julia. Dit kleine, huiselijke hotel ligt niet in hartje centrum, maar op steenworp daarbuiten. Dat is leuk om meerdere redenen: je neemt gelijk een stukje Delft mee waar je anders niet zou komen en de fietsen staan bij Julia voor je klaar. En hey, je hoeft geen Tom Dumoulin te zijn om te weten dat je meer ziet op de fiets. Hoewel alles op loopafstand zit, kun je je met de fiets net wat makkelijker verplaatsen. Vinden wij leuk. Ook leuk aan Casa Julia Delft: het bad op de kamer is groot genoeg voor twee. Lichten uit, kaarsjes aan. Je wilt bijna het hotel niet meer uit. Maar Delft roept, dus hup hup, afdrogen, aankleden en erop uit.
Om maar gelijk met de Delftse deur in huis te vallen: de dag trappen we het best af bij ’t Postkantoor. Niet alleen omdat dit voelt en doet als een grote bere gezellige huiskamer, maar ook omdat het een gigantische binnentuin heeft. De dag starten met pancakes, croissants en smoothies. Little escape much? Bij slecht weer is het binnen minstens zo knus vertoeven, bijvoorbeeld met een krantje bij de open haard. En misschien heb je het al geraden, maar in dat pand zat dus vroeger het Delftse hoofdpostkantoor, wel zo’n 115 jaar lang. Oud-Hollandse glorie, deel 1!
Dan verder. Op drie minuten lopen – de gemiddelde afstand die je in het oude stadscentrum zult afleggen – vind je de Voldersgracht. Ook die vinden wij leuk om een aantal redenen. Er loopt een gracht (dûh), er zijn bruggetjes, er zijn leuke doorkijkjes, er liggen kroegen en: er liggen een aantal leuke winkels. Zoals Instore Conceptstore en Pleck Boetiek. Wil je winkelen, cadeautjes kopen, of lekker loeren? Dan zijn deze boetieks allebei absoluut de moeite waard.
Even verderop ligt museum Vermeer, voor het snuifje cultuur, en daarna kom je van zelf bij Kek Delft. Ook wel zelfbenoemd tot ‘de koffiebar van Delft.’ En hoewel koffie er volop aanwezig is, spreekt tropische juicebar meer tot de verbeelding. Manden vol vers fruit en groente heten je een warm welkom. En de rest van het interieur? Ook dat ziet er hartstikke – komt ie – ‘kek’ uit.
Afijn, inmiddels is het tijd voor de lunch. Denken we. In ieder geval tijd voor de eerste borrel. Dachten wij zo. Die brengt ons naar het hart van toeristisch Delft: de Markt. Ja, nu horen we je denken, ‘de markt’? Maar inderdaad, geen little escape zonder het spelen van de ekte ekte toerist. Op de Markt strijken we neer bij Van 9 tot Zeven. Hier geen hippe, conceptuele bedoeling. Maar wel gezellig uitzicht op het marktplein en bovengemiddelde lunchgerechten. Schijnt de zon, dan zit je hier heerlijk op het terras en kun je uren turen. Is dat niet de essentie van iedere mini-break? Jawel hè. Oud-Hollandse glorie, deel 2, hier op de markt.
Tik tok, tijd voor het aperitief. De tweede borrel. En de derde. De vierde. Burb. Pardon. We zijn aangekomen bij De Centrale. Op de hoek van de Voldersgracht, waar deze leuke dag begon. De Centrale bevindt zich op de ‘middelste’ verdieping van het Rijksmonument de Koornbeurs, – waar voorheen een donkere, schmutzige studentenvereniging de boel op stelten zette (denk: oud, vervallen, donker, studenten, bier, je kent het wel). De Centrale dient als een centraal punt voor lokale ondernemers die zelf niet zo’n mooie ruimte hebben om hun producten te laten proeven. Denk bijvoorbeeld lokale bierbrouwers of boeren met biologisch vlees uit de streek. Op het menu kleinere gerechten, formaatje voorgerecht, die je combineert om zo je eigen avond samen te stellen. Perfect om de avond mee te beginnen dus.
Ook leuk als borrelplank, ahum, borrelplek: De Gist. Een borrelplek waar je van ’s ochtends tot ’s avonds terecht kunt. De kaart staat tjokvol kleine gerechten, die ook nog eens erg lekker zijn. Naast heel veel gerechtjes, schenken ze ook veel bieren. En wie even kijkt naar de grote glazen voorgevel, de vide en de grote stamtafel, zou niet zeggen dat hier voorheen een Domino’s zat. Maar echt, die zat er dus. Bij De Gist kijk je uit op de Spoorzone, wat niet zozeer oud-Hollands is en daardoor een andere kant van Delft laat zien.
Na zoveel oud-Hollandse glorie is de hoogste tijd voor iets anders. Dus zeggen we Ciao Delft en buona sera, Italia! Op naar Il Tartufo. Van Fabio Cappelano, een Siciliaans-Indische Nederlander die ooit voor de liefde in Delft is blijven hangen. Il Tartufo is zijn osteria/delicatessenzaak in Delft. Fabio werkt met uitsluitend mooie Italiaans Siciliaanse ingrediënten en heeft een enorme passie voor de echte Italiaanse keuken. Voor even waan je je niet in Delft, noch in Nederland, maar in Sicilië. Meer little escape’ish kunnen we het niet maken. Ciao!