Sardinië mag dan wel een eiland zijn, maar het is redelijk groot. Een korte intro over de gebieden is dus op zijn plaats. De meer toeristische kanten zijn rondom Costa Smeralda (waar ook de jetset van het eiland te vinden is), Alghero, Cagliari en San Teodoro.

Meer rust vind je rondom het bergachtige gebied Barbagia (Gennargentu-gebergte), rondom Sulcis en Iglesiente, Ogliastra (check Baunei of de moeilijker bereikbare Cala Goloritzé en Cala Mariolu), en Planargia.

De plaatsen Bosa, Castelsardo, Carloforte en San Pantaleo mogen op je lijstje met schattige dorpjes.

Een bijzonder verblijf heb je bij Gallicantu Stazzo. Een ‘stazzo’ is een stenen gebouw voor herders of boeren, en je hebt meteen de vibe van deze Italiaanse farmhouse te pakken, omgeven door grote rotsen, en delen van het hotel zijn zelfs in de rotsen gebouwd. Gallicantu is bijzonder, rustig, omgeven door natuur en ultieme verwennerij.

Gallicantu Stazzo Retreat 

Een stuk voordeliger en mega charmant is Borgo Lu Puleu. Deze landelijke lodge komt uit de 18e eeuw, je stapt qua inrichting terug de tijd in. Lu Puleu werd lang alleen gebruikt voor trouwerijen in de familie, en sinds 2016 is het open voor vakanties en bruiloften. Hier beleef je een echte Sardinische dolce vita.

Borgo Lu Lupeu

Een agriturismo mag niet in dit lijstje ontbreken. Casa Villamarina ligt op het landgoed van wijnmakers Sella & Mosca. Deze boerderij is grondig opgeknapt; alles is schoon en nieuw en doet (behalve de wijnranken eromheen) in niets aan een (viezige) boerderij denken. Dat er goede wijn onder hetzelfde dak gebrouwen wordt, is natuurlijk een dikke plus.

Casa Villamarina

Zo’n hotel waar je weet dat alles pico bello geregeld is. Aethos is stijlvol, goed onderhouden, en als je wilt, kun je je nog aansluiten bij de internationale Aethos Club. Enkel een weekje genieten aan zee in Sardinië is ook helemaal oké.

Aethos Sardinië