Het beste van Formentera, de ultieme lijst
Zoals ideale roklengtes en populaire baardgroei continu fluctueren, zo gaat ook de algemene mening over Ibiza op en neer. Zo niet bij mij: ik vind en vond Ibiza altijd al heerlijk en er gaat geen jaar voorbij dat we het eiland niet aantikken. Al moet gezegd: sinds we het kleine buureiland Formentera ontdekten, zijn we nog net iets verliefder op de rust, de azuurblauwe stille zee en de hagelwitte stranden van dit eiland. Hier geen party people of plat plebs. Nee, Formentera voelt als voor de happy few, een beetje zo St. Barths moet voelen (denk ik, wie brengt me erheen?), maar dan bereikbaarder. En stukken betaalbaarder ook, op de ‘neusje-van-de-zalm-manier’. Komen doe je er het snelst met de veerboot vanuit Ibiza (vanuit Deniá, op het vasteland, kan ook maar duurt alleen iets langer). Goed om te weten: in het hoogseizoen mogen er geen (nieuwe) auto's meer het eiland op. Laat het vooral geen hangijzer zijn: fiets of scooter en je hebt de hle boel in een paar dagen ontdekt.
Het voormalige Casa Pacha is omgetoverd in Casa Formenterea. Je vindt deze stek aan het magische strand van Calo d’Es Mort om even op de reset-button te klikken. Maarre… Het allerleukste aan Casa Formentera is misschien wel dat je hier de eerste (30 jaar oud!) chiringuito vindt. Een strandbar waar je kunt dineren met je voeten in het zand. Lees meer.
Slapen doe je als het even kan bij het sympathieke Hotel Casbah. Het hotel ligt centraal op het eiland (altijd een goed idee), aan de zuidkant (ik herhaal: altijd een goed idee) en vlak bij Gecko Hotel & Beachclub (ook een goed idee). De belangrijkste reden dat we het hier zo fijn vinden, is vanwege de opbouw van het oord: laag- bouw waarbij iedere ‘kamer’ een huisje is rond het zwembad, zodat er een minidorp ontstaat. Tip: zie je een hotel met deze opzet, boek dan meteen. Altijd een succes. Maar de centrale locatie en de knusse opzet zijn niet de enige reden waarom we hier zo graag komen: binnen vijf minuten sta je op het hoofdstrand van Formentera, Playa Migjorn en doordat het omrand wordt door bomen, voelt alles heel intiem. Er zijn 29 kamers en licht en fris zijn de toverwoorden.
Wie ergens vaker mag komen, krijgt zo zijn echte favorieten, iets waar ik heilig in geloof. Slaap je bij Hotel Casbah (doen! De ongecompliceerde Marrakech-hippie-Ibiza-vibe is er heerlijk), dan is het nog geen tien minuten fietsen naar San Francisco Javier, het hoofddorp van het eiland (of huur een scooter!). Dat dorp is een parel met de beste eetzaken van het eiland. En hoewel het misschien van een afstandje maar zozo lijkt, is een ontbijt bij Café Matinal eigenlijk een moetje: zorg dat je er voor 10 uur ’s ochtends bent (want anders is het vaak erg druk) en neem een van de ontbijtformules: de jam is waarschijnlijk de lekkerste die je ooit gehad hebt. Het cafeetje wordt gerund door een echt- paar en hun vier zonen – mucho gezellig.
Fiets je tien minuten net iets de andere kant op, naar Sant Ferran de Ses Roques, dan is een ontbijt bij Bar Blat Picat je pot met goud aan het eind van de rit. Bar de vegatals luidt het onderschrift, dus dan weet je het al: groente en fruit wat de pot schaft in een klein geel houten zaakje. Toast met avocado, schalen en smoothies vol met fruit, huisgemaakte granola, goede koffie (zijn ze trots op) en een DIJK van een chocoladetaart – vegan welteverstaan.
Niet te missen. Letterlijk en figuurlijk niet. Ten eerste dat letterlijke: als je het dorp in komt, zie je meteen de witte muur met daarvoor het smaakvolle terras van vintagefauteuils, stoelen, vloerkleden, planten en tafels. Binnen gaat de pret verder: bij Mama Carmen tafel je vanaf het vroege avonduur tussen de cactussen, wanneer de laatste zon door het semidak komt. Maar, voor een goeie brunch ben je hier ook zeker aan het juiste adres. Van light and freshdishes tot echte authentieke Carmen Toasts. Brunchen doe je hier als een god. Voor dineren staat er ook een behoorlijk menu voor je te wachten. Hapjes uit de frituur, zoals Iberian Ham croquettas, maar natuurlijk ook echte gerechten zoals taco’s maar ook Salmon Tartar, met avocado.
tekst gaat verder onder de afbeelding
Er zijn pijnbomen, idyllische uitzichten over de Middellandse Zee, een paar luxe hemelbedden en veel plekken hebben een chic en uitnodigend zwembad. Formentera duur? Ja. Sorry. Top zijn echter drie beeldige appartementen van Can Tres, weer terug naar het midden van Formentera, een steenworp van Playa Migjorn. Al zou het zomaar kunnen dat het bij kijken blijft: de plek is steevast volgeboekt. Maar hé, een gewaarschuwd mens telt voor twee en voor de zomer van 2028 is er zeker nog plek. Bovendien blijken de kosten mee te vallen: voor twee van de drie appartementen betaal je 140 euro per nacht en je kunt er met zijn viertjes in. De grootste is nog net wat aantrekkelijker en kost je 205 euro per nacht voor vier.
tekst gaat verder onder de afbeelding
Ondanks de ietwat al te knetterharde muziek (tip: ga niet aan het eind van de middag in de buurt van de buitenbar zitten: daar duikt in een mum van tijd een iets te enthousiaste dj op) toch wel de strandfavoriet van het eiland. Mocht je geen auto hebben, dan is een taxi een must aangezien Chezz Gerdi op een afgelegen plek staat, alleen te bereiken via een lang duinpad. Lopen & fietsen is heus (heus!) geen optie. Die foto’s die je op instagram voorbij ziet komen van een rood volkswagenbusje met het woord ‘Formentera’ op het dak? Dat staat hier voor de deur en zodra het licht goud kleurt, vormt er een rij voor een kiekje. Het strand daar weer voor (of achter, net hoe je het bekijkt) is geen strand waar je nou per se de hele dag gaat liggen, zeker niet aangezien Formentera vergeven is van de prachtige stranden (waarvan bij de vorige adressen akte). Nee, naar Chezz Gerdi ga je zo aan het eind van de middag om neer te ploffen in een van de lange, lage banken voor een cocktail en, vanaf 17.15 uur en geen minuut eerder, lekkers van de ‘oven’-kaart. De pizza hier is oprecht een van de lekkerste die je in tijden zal eten. Een dunne bodem maar met een verrassend knapperig-melig laagje dat niet echt is thuis te brengen, maar wat nog steeds wel eens in onze gedachte op springt. Zo één. Kost je wel 20 euro voor een eenvoudige variant.
Later op de avond gaan de decibellen weer naar benee (fijn) en raken de tafels (en dat zijn er veel!) steevast vol. Dat is niet voor niks: Chezz Gerdi is gezellig, ik kan niet anders zeggen, en de pizza’s, de pasta’s en de Argentijnse beef (dus het is niet alles Italiaans wat de klok slaat) zijn om over naar huis te schrijven. Prijzig wederom, ja, maar dat waren we inmiddels gewend, toch?
tekst gaat verder onder de afbeelding
Hoewel Spanje niet slecht bedeeld is met prachtige stranden, helderblauw water en zacht wit zand, vond ik van alles wat ik zag de stranden op Formentera echt de allermooiste. Dat zeg ik met het mes op de keel hoor, maar wel gemeend. Bovendien hebben Formentera, en ook Ibiza, die heerlijke strandtentencultuur waar wij Nederlanders zo van houden. Op Formentara geen zaken met pompende beats, minder gedans en gesjans dan op Ibiza en stukken minder glitter. Ontspannen wel. Een fijne doch strakke tent is Beach Club 10.7, de perfecte plek voor wie na een duik bij Mitgjorn en een biertje verdiend heeft. Mooi strand, fijn mediterraan lekkers met een Aziatische invloed (de sushi hier is uitgeroepen tot de beste van het eiland) op eenvoudige maar comfortabele witte stoeltjes onder een idyllisch lichtsnoer en zicht op een dijk van een zonsondergang. Die zonsondergang wordt in het weekend trouwens uitgebreid gevierd – wait for it …!
People Bar Formentera
Wie niet beter weet, bestempeld het uitgestrekte gezinsvriendelijke strand tussen het resort Es Pujols en het imposante Hotel Roca Bella op Formentera misschien als te toeristisch. En laat het vervolgens links liggen. Zonde want dan mis je de coole kleine chiringuito met uitzicht op het zand en de zee. People Bar Formentera is eigenlijk gewoon een eenvoudige houten kist met barkrukken aan drie zijden en een paar witte zitzakken, opklapbare tafels en stroparasols ervoor die allemaal kunnen worden weggelift zonder ook maar een deuk in het zand achter te laten. Lekker duurzaam wel hoor. De Mojito’s zijn uitstekend en de witte-tonijnsalade is misschien wel het lekkerste op het eiland. Wat ook geldt voor de aardbei Caipiroska’s, smoothies en bollen frambozen-, vanille- en chocolade-ijs. Een seriously easy going stek is het met lekker warm en ondiep water, een pracht van een zonsondergang en een handje vol Formentera-stamgasten.
Waar je bank allerminst van springt (in tegenstelling tot een aantal van de hotels in dit boek), is van een dagje lamballen in de omgeving van Chiringuito Bartolo, een eenvoudige keet op het strand, een paar stoelen met tafels en parasols ervoor – beter wordt het niet. Ook leuk: de vuurtoren van het eiland, voor je toeristische kiekje voor thuis. En oké, ook café-restaurant Codice Luna onder de vuurtoren. Wifi is er niet: ze doen hier aan ‘connecting people’, en aan eenvoudige maar smakelijke tapas terwijl je op witte regisseurstoeltjes zit en de zon door de rieten dakdelen spiekt. Vooral leuk als je onderweg ook even het charmante vissersdorp Pilar de la Mola aandoet, een klein fotogeniek in wit gehuld dorp waar je het idee hebt dat je weer helemaal ergens anders aan- gekomen bent.
In het hoogseizoen, als er geen kip vooruit te branden is en typische vakantie-eilanden zoals Ibiza overbevolkt lijken, zelfs dan vind je op eilanden als Formentera nog complete, algehele stilte, op een enkele krekel na. Stel je eens voor dat je dan, in de maanden dat de zon op zijn best is, op een veranda ligt, boven op een gietijzeren day-bed met een stapel blauw-wit en rood-wit gestreepte kussens, een strohoedje binnen handbereik, een ventilator zachtjes op je gericht en in het zicht niets anders dan groene bomen en smaakvolle zitjes.
Hoewel we jubelen over Platja Migjorn als de belangrijkste, gaan we persoonlijk zelf ochtend aan ochtend allereerst naar de noordelijke schier van Formentera in de richting van Parc Natural Ses Salines en de stranden die daar te vinden zijn: Platja de Llevant en aansluitend Platja de Ses Illetes. Een mooie fietsroute bovendien. Hier bevindt zich Beso Beach; bij uitstek de heerlijkste plek voor een uitgebreide lunch – eigenlijk is het de coolste strandtent van het hele stel. Want trendy maar relaxed, en dat is cool. Mogen we dat zeggen? Ja, dat mogen we zeggen. Een trip Formentera is niet compleet zonder een bezoek aan de chiringuitostijl zaak. Je komt binnen door een knappe duinopgang, alleen dat is al een feest. De zaak en views zijn stunning, het water en het uit- gestrekte witte strand voor de deur nog mooier, en de Mediterranean cuisine is goed gelukt. Eten doe je er met je tenen in het zand onder de gedroogde palmbladeren. Aan het eind van de dag is de mojito-bar befaamd en geliefd.
Misschien iets minder aantrekkelijk, maar niet minder bejubeld is El Tiburon een paar ‘deuren’ verder. Daarbij is het er ook minder duur, minder druk en de zaak gaat eerder open voor wie al op tijd aan zijn ont- bijt wil. Bovendien is het zand tussen je tenen en de zee voor de deur hetzelfde.
Denk je Ibiza, dan denk je óf aan in iets te strak wit gehulde Gordon-achtige figuren (sorry Gordon, maar ik gok dat je dit toch niet leest) óf aan kleurrijke folklore. Diezelfde bonte folklore kenmerkt op buureiland Formentera de gezellige Blue Bar: een excentrieke bar aan de kust met een restaurant met prachtig uitzicht op de Middellandse Zee en de zonsondergang. Zoals de naam doet vermoeden, wordt het decor gedomineerd door blauw. Minder opvallend maar zeker niet te missen, zijn de eigenzinnige verwijzingen naar buitenaards leven; check bijvoorbeeld de eetzaal waar een psychedelische buitenaardse show de muren siert. De tent opende voor het eerst in de jaren 1960 toen veel muziekiconen Formentera bezochten. Bob Marley, Jimi Hendrix en Pink Floyd bijvoorbeeld. Die vibe, daar moet je aan denken en daar gaat Blue Bar prat op. Prat gaan ze ook op de muziek: een verscheidenheid aan dj’s van over de hele wereld spelen een eclectische zonsondergangmix die varieert van reggae tot pop, jazz en elektronische muziek, een traditie die dj Kaya meer dan tien jaar geleden begon. Chic is het aan de overkant van het eiland, bij El Fandango. In vergelijking met Blue Bar is het er zelfs saai te noemen. Maar de sushi is heerlijk en je zit er te gek. Begin hier en steek daarna over voor de zonsondergang.
Zie je al die kleine bootjes die van die grote jachten komen? Die kleine bootjes met heren en dames waar het geld vanaf straalt en die toch ‘zo gewoon zijn geble- ven’? Die bootjes, en die mensen, varen geheid naar Juan y Andrea, een iconisch adres op Formentera en waarschijnlijk het chicste restaurant aan zee sinds het in 1971 werd opgericht door voormalig visser Juan Boned en zijn vrouw Andrea. Hoewel ‘chic’ in dit geval het chic van strandtenten à la Le Club 55 in Zuid-Frank- rijk is waar Restaurante Juan y Andrea best een beetje mee te vergelijken valt. Ten tijde van de opening kon je echt alleen per boot bij het ongerepte zand van het beroemde strand van Illetes komen. Tegenwoordig zijn fiets en scooter ook een optie, maar de boot is nog steeds the way to go voor wie een avond (of middag, maar dat is wat minder fancy) in het restaurant van Juan en Andrea aan wil schuiven.
Heb je een boot, bel dan even en je wordt opgepikt met de eigen watertaxi. Natuurlijk zijn verse vis en zeevruchten de specialiteit van Juan en Andrea. Op het menu klassieke recepten zoals sappige mosselen geserveerd met een pittige vissaus, en enorme pannen met paella. Een speciale bestemming voor een speciale dag. In de buurt maar mag het iets minder opgeklopt? Kioska Pirata even verderop is een allemansvriend.