Little Escapes: het beste van The Cotswolds (UK)
The Cotswolds zijn de belangrijkste reden dat ik het tweede boek van mijn hand, Little Escapes net over de grens (nog te koop via bol.com - moet je doen ;-)) ben gaan schrijven. Al kon ik láng niet alle tips kwijt in het boek (er kwam ook nog wat Duitsland, Frankrijk en België bij natuurlijk, ook net over de grens). Vandaar hieronder een selectie uit het boek + een paar toevoegingen. En voor meer: Little Escapes net over de grens. Dus.
We trappen af met een fijne uitvalsbasis voor het verkennen van The Cotswolds. In het piepkleine Ascott-Under-Wychwood, ten zuiden van Chipping Norton, ligt The Swan Inn. Echt zo’n gezellige Engelse pub waar je voor je in je bed rolt nog even gezellig voor het haardvuur gaat zitten. Ook als je niet blijft tukken een aanrader om te eten, of een drankje te doen en gewoon sfeer te proeven. Vriendelijk personeel, lekker eten en een typisch Engels interieur om door een ringetje te halen. Sla vooral de tuin niet over, van april t/m oktober wordt er gekookt in de buitenkeuken en is het ook daar heerlijk toeven.
Ik mag een hotel graag beoordelen op de hoeveelheid spullen die ik er zou willen jatten. Zou wíllen. Dat is nergens zo ernstig als bij de Soho House-groep. Alle locaties, stuk voor stuk, ook in de Cotswolds. Stel je de boerderij van je dromen voor, inclusief dieren en tractoren, meerdere restaurants, haardvuren zowel binnen als buiten waar kippen langs een bloemenzaak en een bakkerij stuiven, iets verderop een evenementenschuur die eruitziet als een Pinterest-barn wedding. Noem het een boeren-Neverland op negentig minuten rijden vanaf Londen, te midden van honderd hectare land. De Peter Pan van dit verhaal is de dyslectische eigenaar Nick Jones, een autodidact die op zijn zestiende stopte met school en alleen maar Bottega Veneta schoenen draagt. Hij creëerde veertig cabins – van studioformaat tot villa’s met drie of zelfs zeven slaapkamers, allemaal perfect ingericht. Knap én praktisch, plus nonchalant-knus.
Wat ook geldt voor de gemeenschappelijke ruimten: een kleine pub, een Cowshed spa (het soho-beautyhuismerk), een kapper, een indoor/outdoor zwembad op een klein meer, een hottub-eiland, een bioscoop, tennisbanen, een kruidentuin en een kookstudio voor workshops. Geen auto? Er stopt een trein op een taxiritje van vijftien minuten. Let wel: alleen Soho House Members of logerende gasten komen het terrein op. Maar dat is ok aangezien er tegenwoordig ook in Amsterdam een Soho House zit, dus wat let je om member te worden ;-)?
Een van de leukste weetjes van de typische maar stijlvolle pub die the Potting Shed Pub is, is dat het een van de vaste date night-adressen is van niemand minder dan Kate en William. Jawel. En als het goed genoeg is (oké was, tegenwoordig komen ze er uiteraard niet meer zo vaak) voor de Britse royals… tja. Je zou verwachten dat de reputatie van deze date night spot de kroeg geen goed gedaan heeft, maar niets is minder waar. Zowel dankzij de looks als vanwege de kwaliteit van de eenvoudige pub-maaltijden, zijn we er bij ieder bezoek moeilijk weer weg te meppen.
Noem het een boeren-Neverland op negentig minuten rijden vanaf Londen, te midden van honderd hectare land.
De iconische farmshop Daylesford vlak bij Kingham is mogelijk een nog grotere favoriet. De enorme kruidenierswinkel met groente, fruit, soep, eigen kaas, brood, jams en chutneys, olies en kruiden, werd aangevuld met een café voor de hele dag. Pal daarnaast een grote binnenplaats waar het vuur altijd brandt, een bloemen- en plantenwinkel én een kledingzaak. Maar zoals gezegd ga je vooral ontbijten of brunchen: Daylesford is befaamd om zijn brood en kazen.
Dit hotel is elegant, comfy en informeel tegelijk. Het interieur krijgt sowieso een dikke tien (lees: open haarden en aardse tinten). Het hotel heeft 19 kamers, allemaal even knap en uniek. ‘s Zomers zit je hier heerlijk buiten op het terras aan de tuin. Oxford is een half uurtje rijden, maar in het hotel kom je niets te kort. De omgeving is prachtig met veel natuur en leuke sightseeing in de buurt. En je kunt hier ook heerlijk dineren (ook als niet-hotelgast). Boek bijvoorbeeld ‘The Chef’s Counter’ voor een wood-fired diner met kijkje in de keuken. De staff is fantastisch en zorgt ervoor dat je het verblijf van je dromen hebt. Kortom: een ware parel in dit lijstje.
Pal aan de overkant van The Potting Shed in een wederom idyllische straat – maar dat zijn ze allemaal in de omgeving – zit het splinternieuwe The Rectory Hotel. Hotel, hotel… een kruising tussen een statig herenhuis (nieuw geld) en een oud landgoed (oud-Engelse upper class) is beter omschreven, en dat alles op een ruim en roestkleurig terrein. De hotelbar lijkt wel een foto, zo perfect, en een lunch, afternoon tea of borrel, als de zon in de kas aan de zijkant van het hotel nog net binnen piept, is zowel chic als gezellig. Let wel: drempel is hier vele malen hoger dan bij de pub aan de overkant. Even plassen mag altijd, kun je meteen de aantrekkelijke toiletten aanschouwen.
Befaamd is dit Cotswolds-hotel in het hart van het pittoreske stadje Broadway tot in de weidse omgeving. Vanwege de ongekende historie en vanwege een gastenboek waar onder anderen King Charles de eerste en Oliver Cromwell (hoewel misschien niet helemaal van hetzelfde kaliber) in krabbelden. Ondanks de lange geschiedenis en het formaat van het hotel (groot!) is het nergens ongezellig of onpersoonlijk. Er werd nog niet zo lang geleden flink en smaakvol verbouwd en het personeel werd in vlotte spijkerbroeken gehesen. En ze zijn met velen: je hoeft maar even vertwijfeld om je heen te kijken en er schiet iemand te hulp. Fijn. Stap naar buiten en de mooiste wandelingen liggen aan je voeten, hoewel de spa van het hotel een reden is om de deur niet uit te komen, net als de ontelbare cosy-chique hoekjes met open haarden die het hotel kent. Maar we gingen dineren, dat is waar ook.
Begin in een van de twee bars en zorg dat je een tafel in de buurt van de open haard scoort in het weergaloos good-looking restaurant: een brasserie-plus met marmeren tafels, kroonluchter, Farrow and Ball-blauw en een metershoge muur vol historische kunst. In een ruimte waar je een dusdanig wow-gevoel krijgt, mag het eten niet teleurstellen. En dat doet het ook niet. Mocht je fish and chips willen (want when in England…) bewaar je zin dan voor hier: licht en luchtig en precies goed. Net als de wijnen. O ja, honden welkom, mocht je toch blijven slapen. (Doen!)
Wist je misschien niet, maar The Old Bell in Malmesbury is dus het oudste hotel van Engeland en alleen daarom wil je er al heen, toch? Een snoepig ding is het, we kunnen niet anders zeggen. Ga je (joh, moet je doen), zorg er dan wel voor dat je in het oude gedeelte slaapt – The Old Bell heeft namelijk ook een kamer of 20 in wat ze zelf ‘the Coach House’ noemen, maar eerlijk gezegd wil je daar eigenlijk niet zitten… Ook leuk, maar te gewoontjes in vergelijking met de rest van de eeuwenoude zaak. Verder is het exact wat je van oldskool Engeland, en dus The Cotswolds, hoopt: van dat stoffige, van dat honingkleurige en van dat correcte. En dat dan precies goed. In het hotel zelf zijn ontelbaar veel heerlijke zithoekjes én er is een oprecht hele goede keuken waar klassiek Engels voer bereid wordt. Grote borden, geen gelul. En een verrukkelijk ontbijt. O, ook belangrijk: zalige ouderwetse kamers. Mocht je van een portie klassiek houden, pak dan hier je kans.
Wat je vooral moet onthouden is dat elk hotel een pub is en bijna elke pub een hotel. Overal waar je slapen kunt, is het, anders dan bij ons, ook goed toeven wanneer je niet gaat tukken. Zo zéker ook bij The Close in het knappe dorp Tetbury (sowieso superleuk om naartoe te gaan: er loopt zo’n knus watertje door het dorp en alles is schilderachtig). Zo ook Hotel The Close, een kasteeltje aan de rand van het dorp en o zo waarachtig mooi. Voor het oude gebouw is een knap, aangeharkt gazon waar op mooie dagen de strandstoelen lonken. Ook hier is de keuken meer dan goed en zijn de kamers ouderwets fijn. Zoals een hotel behoort te zijn. Al is een en ander misschien net iets minder ‘mottig’ dan het hierboven beschreven. Mottig, maar cool, maar mottig, zeg maar.
Als de Britten een clubje oprichten, dan doen ze het goed. Denk aan de soho Groupers, De Hoxton-ettes, The Pigs en zo ook The Lucky Union club, hoewel stukken kleinschaliger dan die andere drie. Ga je naar de Cotswolds, dan doe je er goed aan om in elk geval de website van de groep te checken: The Lucky Union heeft een aantal van de fraaiste, goed geprijsde eigentijdse-doch-klassieke-pubs-met-kamers in het pakket, waarvan No. 131 en The Wheatsheaf Inn favoriet zijn. De eerste, No 131, is een boetiekhotel in een imposante lodge aan de rand van de keizerlijke tuinen van het Cheltenham-gebied. Een met air opgepoetst voormalig kantoorgebouw met twee verdiepingen en slechts elf romantische kamers die lonken boven het steengoede restaurant.
The Wheatsheaf Inn staat ook in Cheltenham, maar iets verder in het dorp Northleach, waar de weekend brunches geliefd zijn bij de Londense media types. De victoriaanse portretten staren je er aan, hangend boven oude armstoelen bij de haard en houten kroegtafels. Dat gaat zo nog even door: meer restaurant, meer portretten, nog een haardvuur. Boven zijn de knap gedecoreerde slaapkamers. Probeer die met het vrijstaande koperen bad te bemachtigen voor Instagram-galore.
Acht slaapkamers, een megakeuken, meerdere haarden, een prachtige tuin, een zwembad, kortom: ultieme luxe en helemaal privé – dat is Pye Corner. Een zeventiende-eeuws Cotswold country house met Orientaalse invloeden (yes, er staat een gong in de gang – zo krijg je iedereen tegelijk wakker voor het ontbijt). Mocht je willen koken, kan je je eigen kruiden en fruit plukken in de veg patch en los gaan in de keuken die groter is dan menig appartement in Amsterdam. Geen zin om te koken? Kan natuurlijk, loop dan even naar de Broadway Deli, want alles wat ze daar hebben, wil je eten.
Mes op de keel, dan moet The Bull toch wel echt één van mijn topfavorieten zijn. 1) honden welkom (en hoe). 2) OVERAL knap behang, beeldige gordijnen, prachtige kussens en ga zo maar door 3) je slaapt er in een eigen huisje (lees: lekker veel privacy) en 4) mega lieve mensen.