Op de dag van het Duits bier kun je niets anders dan Duits bier drinken – een rijtje toppers
Als Duitsers ergens goed in zijn, is het wel bier brouwen. Oke, bratwurst maken kunnen ze goed, zuurkool ook. Ze zijn van het plannen, van een beetje starheid (maar als je er doorheen prikt, kun je je geen betere drinkbuddy voorstellen) en ze zijn goed in hard rijden op de Autobahn. Maar het beste zijn ze in bier brouwen, vinden wij dus. Duits bier, daar tekenen we voor. Is ook niet zo gek als je je voorstelt dat bijna ieder dorp wel een eigen brouwerij heeft; Duits bier is een begrip. Enne, dat ze er een vijfhonderdjaar oude wet hebben die voorkomt dat er allemaal rotzooi bij het bier gegooid wordt en dat het doodnormaal is dat er een liter bier bij het middageten doorheen gaat, helpt ook. Het staat zelfs vaak in je werkcontract. Of we dat nou op kantoor willen, weten we nog niet, maar dat we goed aan het Duits bier gaan, is een zekerheid. Zum Wohl!
Nederland kan er ook wat van hoor, bier brouwen. Houd deze brouwerijen maar eens goed in de gaten.
Een favoriet onder de Duitse bierdrinkers – Schlenkerla Rauchmärzen uit het dorpje Bamberg. Bamberg staat bekend om zijn goede bieren (echt, als je nog niet bent geweest, ga heen!) en dan voornamelijk gerookt bier. Een deel van de mout wordt over rook gedroogd, waardoor het een ontzettend bacon-achtige geur krijgt. Klinkt intens, en je eerste slok is dat ook. Daarna raken je smaakpapillen eraan gewend, krijgt het moutzoetje iets meer overhand en drink je liever niks anders.
Leuk weetje is dat Schlenkerla komt van schlenkern, dat zoveel betekent als bengelen, zwieren. Een zwierder dus, precies dat wat je doet als je er iets te veel van neemt.
Ah, Jever. Als we hier een go-to pils hebben, dan is het wel Jever. Al meer dan 80 jaar gebrouwen door de Friesisches Brauhaus zu Jever en wij zeggen chapeau. Goed gehopt, en dus vrij bitter, zelfs voor een pils. Verwar het niet met de hop die je kent uit een I.P.A.. Die hoppen zijn vaak aromatischer en fruitiger. Jever is knisperend, het is verfrissend, het is dorstlessend en het is alles wat je wilt van een pils.
Ook fijn om te weten – de alcoholvrije versie van Jever (Jever Fun) is een van de betere no-alcohol opties. Niet dat weeïge moutwater, gewoon nog steeds een goed gehopt bier. Over goede alcoholvrije versies lees je hier meer.
Weer zo’n fijne stijl uit Duitsland. Märzen betekent maart, in dat seizoen werd het bier van origine gebrouwen en de rest van de zomer gelagerd. Thank the lord wordt dit bier nu gewoon het hele jaar door gebrouwen en dat vinden we maar wat fijn. Een ontzettend fijne all-rounder waar de nobelhoppen (Tettnang en Hallertau voor de nieuwsgierige aagjes) mooi in balans zijn met de biscuittonen van het mout. Hij is licht kruidig en je hebt een beetje vers brood in de neus, dus een verse pretzel ernaast klinkt alleen maar logisch. Met iedere slok komt de Rothaus Märzen beter naar voren, lekker blijven slokken dus.
Met recht een feestbier – Weihenstephaner 1516 Kellerbier zag in 2016 het levenslicht ter ere van het 500-jarig jubileum van het Reinheitsgebot (die wet die bepaalt dat je dus geen rotzooi in je bier mag mieteren) en door groot succes is ‘ie er gelukkig nog steeds. Hij is ontzettend rijk aan smaak door lange rijping – denk aan fris en subtiele fruitige aroma’s in combinatie met een aangename bitterheid. Beetje karamel van de mout en je hebt een feestje in je glas.
Met brouwerijen in elk Duits dorp kunnen de steden niet achterblijven en dus eigen stijlen. In de Domstad van Duitsland, Keulen, vinden we Kölsch. Het vloeit er rijkelijk uit de grote Anstichs en hoewel ze het traditioneel slechts in kleine glazen (20cl) schenken, zijn de vaten niet aan te slepen. Geen verrassing met zo’n doordrinkbaar bier. Dan ook nog verfrissend en blond van kleur waardoor het lijkt op een regulier pils, maar dan net een tikkie anders. Gebrouwen met een ander soort gist – volgens onze bierige zuiderburen is dat de ziel van het bier – smaakt het wat voller en iets minder bitter.
De Weisse kan niet ontbreken in dit lijstje want misschien wel de bekendste stijl. Zodra de zon in de lucht staat, de wind is verdwenen en het genieten is begonnen tijd voor een tarwebier. Romig, zoetig, kruidig, fruitig en nog steeds dorstlessend. Waarschijnlijk ken je wel een aantal Weissbieren van verschillende brouwerijen, dus waarom dan de Schneider. Deze is dus nog fruitiger en dat komt inderdaad niet van toegevoegd fruit, maar door de gist – net als die kruidigheid overigens.
Tarwebieren zijn (bijna) altijd troebel en dat wil jij natuurlijk ook zo mooi in je glas krijgen. Extra tip van ons: schenk je fles niet in één keer leeg, maar laat er een beetje inzitten, swirl de fles even rond en schenk het erbij. Ziet er toch een stuk mooier uit en met een beetje kunsten krijg je er ook nog een mooie Duitse toef op.
Voor de Amsterdammers is het een no-brainer – voor al je Duitse lekkers ga je naar de Bierkoning. Rechts achterin de hoek vind je een heel schap vol met pareltjes van onze oosterburen. Sterk de Clerq ook zeker niet overslaan (neem maar een middagje vrij ervoor, er staat genoeg). Bier&zO is een goede voor de Rotterdammers en iedereen in de buurt van Ermelo moet eens langs bij BurgBieren.