Handige weetjes en tips voor Madeira, Portugal
Het weer op Madeira is eigenlijk altijd goed (zelfs in de winter tussen de 16 en 20 graden), je kunt er superlekker eten (voor alle portemonnees) en de natuur is er meer dan prachtig. Een vakantiebestemming waar iedereen wel iets naar z'n gading vindt: of het nu zonnen is op een strand, een wandeling maken langs de levadas is of alle bezienswaardigheden op Madeira afgaan - en dat zijn er nogal wat! Hoewel Madeira dus een hele fijne, en makkelijke, bestemming is, zijn er ook een aantal dingen die echt handig zijn om van te voren te weten.
Of in ieder geval: wij hadden deze dingen héél graag van tevoren geweten, dus er je voordeel mee.
Echte aanraders op Madeira vind je in Barts Best of: Madeira. En een lijstje fijne hotels (met zwembad!) hebben we ook.
Met een eigen (huur)auto ben je het flexibelst. Er zijn meerdere autoverhuur bedrijven op Madeira (we huurden bij Madeira Rent, heel fijne partij!). Houd er wel rekening mee dat de wegen steil kunnen zijn (heel, heel steil), dat als je naar het binnenland gaat je rekening moet houden met smalle wegen, schapen op de weg en grote bussen die daar ook langs willen plus het feit dat er bij toeristische attracties (waarvan je er vast een aantal gaat doen) je nog meer op moet letten, omdat mensen op de weg parkeren. Als je dat allemaal aandurft, dan zouden we zeker een eigen auto aanraden.
Op Madeira vind je Bolt (in plaats van Uber). Vooral in en rond Funchal een heel prettige manier van A naar B komen. In onze ervaring zijn ze snel, vriendelijk en ook goed geprijsd. Een ritje van een kwartier is rond de 15 euro meestal.
Een echte aanrader is een Jeep Tour op Madeira. Je komt op plekken (voornamelijk in het binnenland) waar je met je eigen huurauto niet komt, en die adembenemend zijn. Als je met een groep gaat, heb je een vast programma en weet je van tevoren waar de stops zullen zijn (58 euro per persoon, max acht personen). Een privé jeep tour kan goedkoper zijn als je genoeg mensen vindt, want voor 360 euro heb je een jeep en chauffeur om je de hele dag rond te rijden en de mooiste plekken van Madeira te laten zien. Je kunt hier zelf ook een beetje input geven, en de tour guides weten natuurlijk de mooiste plekken, helemaal de plekken die een beetje off the beaten track zijn.
Echt heel handig om altijd wat contact geld op zak te hebben. In Funchal kun je bijna overal wel pinnen met je pinpas of creditcard, maar de lokale barren en de tentjes die je onderweg tijdens het wandelen tegenkomt, of van die cafés langs te weg, accepteren niet altijd pin. Ook accepteren ze bij sommige restaurants alleen Portugese kaarten, dus dan kom je er helaas ook niet. Niet een must dus, maar als je aan wilt schuiven bij de lokale bars (waar een klein biertje nog 85 cent kan zijn) en tijdens het wandelen een koffiepauze in wil lassen, is wat munt- en briefgeld echt heel handig.
Pinnen of cash: bij deze restaurants op Madeira wil je aanschuiven.
Waar je misschien heus gewend bent aan hoge bergen en haarspeldbochten (die je zeker óók op Madeira vindt), vind je op Madeira écht steile wegen. Denk vrijwel verticaal omhoog (voor je gevoel in ieder geval), en zonder vlakke stoppen of bochten tussendoor. Als je vanuit het centrum van Funchal naar Pico do Arieiro wilt, is er een grote kans dat Google Maps je over de Caminho de Ferro stuurt. Twee kilometer lang alleen maar steil omhoog, smal weggetje met tegenliggend verkeer en auto’s aan beide kanten geparkeerd. Een uitdaging kun je het zeker noemen.
Wanneer je vanaf een steile weg omhoog komt, heb je voorrang van links en rechts. Zo kun je de vaart erin houden. Ook gebruikelijk is om een korte toeter te geven als je omhoog komt en je kunt niet goed zien of aankomend verkeer jóu ziet. Anders rijden dan in Nederland dus, maar je bent zo gewend.
Het gezegde op Madeira luidt: als je hier auto kunt rijden, kun je het overal. Eh ja, dat vinden we ook zeker..
Sinds Covid heeft Madeira eigenlijk geen hoog- en laagseizoen meer: het is er altijd gezellig druk en de toeristenstroom is constant. Een uitzondering zijn de tweede en derde week van september, dan is het eiland op zijn rustigst.
Alleen bij de highlights van het eiland, en dan vooral de plekken rondom de hoofdstad Funchal, kun je echt last van hebben van mensenmassa. Dan kan een natuurplek zo druk zijn met toeristen, dat de lol er een beetje af is. Om dit te voorkomen, kun je bepaalde highlights (Pico do Arieiro en Cabo Girão Viewpoint bijvoorbeeld) niet aandoen, maar ze zijn ook toeristisch voor een reden: het uitzicht is namelijk waanzinnig!
Extra vroeg gaan kan, maar dan zit je soms ook net in de sunrise wandelaars en toeristen. In onze ervaring is wat later op de middag gaan een heel goede keuze. De grootste piek is dan geweest, waardoor het ook makkelijker parkeren is.
Madeira is omringd door zee, maar heeft heel weinig zandstranden. Je vindt hier en daar wel kiezelsteen/rotsstrandjes (bij Faja dos Padres), maar voor een zandstrand rijd je naar Seixal of Machico.
Seixal (Porto Moniz) heeft zwart zand, dat komt van de basaltrotsen op Madeira. Supermooi, met op links een pier en op rechts hoge kliffen en een paar kleine horecatenten. Vlakbij vind je ook de natuurlijke zwembaden van Seixal: lava pools waar het zeewater wordt opgevangen en waar je heerlijk kunt zwemmen (hier zit ook een heel leuk tentje waar je cocktails uit een hele ananas kunt drinken). Machico is een man made beach, waar het zand is geïmporteerd uit Noord-Afrika. Groter, meer parkeergelegenheid en dichterbij Funchal, maar niet zo mooi en speciaal als Seixal.
Natuurlijk zwembaden vind je ook in Funchal (daar moet je vaak een klein bedrag betalen) en in het stadje Porto Moniz, maar Seixal blijft een absolute favoriet!
Het nabijgelegen Porto Santo heeft ook een zandstrand, maar liefst 9 kilometer langs. Porto Santo hoort bij hetzelfde eilandenarchipel en met de ferry ben je er binnen twee uur. Leuk voor een dag (ochtend heen, ‘s avonds terug), maar blijven slapen kan ook. Slapen op Porto Santo.