Cityguide Madrid: tips voor eten, drinken en slapen in de Spaanse hoofdstad
Tuuuuuurlijk denk je bij een vakantie in Spanje aan Mallorca, Ibiza, Barcelona, Malaga... Wat heet, misschien smacht je zelfs wel weer eens naar een vakantie in Benidorm (moet gezegd: Benidorm is ook echt best wel heel leuk). Maar vergeet, zelfs in de zomermaanden, de Spaanse hoofdstad Madrid niet. In het midden van het land, ja. En dus geen zee, nee. Dat is waar, wat niet wil zeggen dat Madrid geen puik hitteplan heeft! Zeker wel. Dakterrassen met verkoelende sprinklers, zwembaden en - uiteraard - verfrissende drankjes. Hier moet je wezen: dé Cityguide met tips voor Madrid.
Vaste prik is het altijd fijne, gezellige en makkelijke The Social Hub. The Social Hub in Madrid in een wel heel bijzonder pand; het voormalig kantoor van het Spaanse roddelblad ‘Semana’, om de hoek van Plaza de España en Gran Via. Super centraal, binnen een paar minuten lopen ben je zo in het centrum. Maar ook in deze hub is het gaande. Van feestjes op het het rooftop terras tot evenementen in de coworking space en de community organiseert wekelijkse borrels waar je aan mee kunt doen. Plus, op de rooftop heb je ook een zwembad waar je tussen het werken door (of any other time of the day) even een verkoelende plons in kunt nemen.
We beginnen meteen goed: Aloft Madrid. Slapen. The right way. Dit hotel zit midden in het centrum (om precies te zijn bij het winkeldistrict Gran Via) waardoor je alles met de benenwagen kunt afleggen. Zo zit het hotel pal naast het iconische Plaza de España en de blitse buurtjes Malasaña en Chueca. Location wise zit je dus opperbest bij Aloft. Ook de kamers zijn zeker voor een stadshotel erg ruim en het ontbijtbuffet is uitgebreid (extra bonuspunten voor de avocado smash en hummus bij het buffet). Aloft opende in de zomer van 2019 en is voorzien van allemaal technische snufjes zoals de Mobile Key waarmee je via een app de deur van je kamer kunt openen. De kers op de taart is toch wel de rooftop met zwembad en a lovely view over de hele stad. Gratis tip: bestel in WXYZ Rooftop Bar de cocktail (erg toepasselijke naam).
Niet voor niets heeft Salmon Guru een plekje bemachtigd in de top 50 beste cocktailbars ter wereld. Hier worden cocktails geschonken in vissen, bijen, kikkers, cactussen, you name it glazen en ook de smaak krijgt een dikke tien. Binnen is het een tikkeltje mysterieus en er zijn overal leuke hoekjes. Good to know is dat het altijd druk is dus tien minuten in de rij staan is hier de normaalste zaak van de wereld. Iets waar wij net iets minder goed in zijn, maar toch helemaal de moeite waard is.
De redenen waarom je hier het liefst je hele weekend opgehokt wil blijven zitten, zijn de chique sixties Mad Men-sfeer in het restaurant, de goeie happen en relaxte brigade, de rooftop bar met adembenemend uitzicht over de stad, het ontbijt met hammen, kazen en overheerlijke dadelcake en de toffe lobby voor een pre-dinner drankje. En – tromgeroffel – voor de stiekem verstopte speakeasy in de kelder, met rood fluweel tegen de muren, een royale cocktailkaart, verleidelijke leopard lounge, en een knuffelzithoekje dat van vloer tot plafond is bekleed met pantervelours! Ja!
‘Stukje’ cultuur snuiven, als je dan toch in Madrid bent? Conde Duque is een van de grootste culturele centra van de stad met filmvertoningen, expo’s en – that’s where Bart comes in – pop-up foodmarkten. Het gebouw omsluit een groot plein waar regelmatig (food)events worden georganiseerd en sinds het centrum zijn deuren opende, poppen er steeds meer leuke zaakjes op in de buurt. Je bent in no time bij het Federal Café, en ook crêperie Olive en Grieks restaurant Dionisos zijn niet te missen. Huur een fiets: vanuit het centrum richting Conde Duque fiets je langs het Koninklijk Paleis, is dat ook meteen gefikst.
La Vaquería Montañesa: blij dat we daarmee waren! Het restaurant ziet er ten eerste werkelijk prachtig uit: strak, wit en vol met grote zwart-wit posters. Verder goede bediening en lekker eten; alles dikke prima. Alleen moeten de rest van de Spanjaarden deze hotspot ook nog even in de smiezen krijgen – het is er nog erg rustig. Echt wel heel rustig. Een nieuwe aanwinst, absoluut, dus: vamos!
Dear Hotel, wat hebben we genoten van ons verblijf. In eerste instantie, Dear Hotel, kozen we voor je centrale ligging, het prachtige uitzicht (dat zagen we al online) en het feit dat je een zwembad (!) hebt. Pure luxe natuurlijk in het centrum van bloody hot (hartje zomer dan) Madrid. Op de 14e verdieping van het Dear Hotel is de zwembadverdieping alleen voor gasten, dit is alleen in de zomer, de rest van het jaar ‘deel’ je hotel met ook niet-gasten, hoewel dat niet super prettig is. Dat gezegd hebbende, in de zomermaanden super luxe met ligstoelen plus een kleine cocktailbar. En was het zo, Dear Hotel, dat we onszelf regelmatig in het zwembad dipten met een mojito in de hand, op het dak van een hotel hartje Madrid. Veel succes, mocht je (nog meer van) de stad willen zien…
Als iemand vraagt naar je favo restaurant in Madrid, dan kun je met een gerust hart restaurant Celso Y Manolo noemen. Plus aanbevelen. Celso Y Manolo dus, een restaurant met een prachtige jaren ’50 vloer en dito bar, gecombineerd met een moderne inrichting; zet direct de juiste sfeer. Ook verder stelt Celso Y Manolo zeker niet teleur: alles wat je proeft, daar wil je meer van. Dus hoppa, sommige gerechtjes gewoon zonder nadenken nog een keer bestellen (tenminste, zo verging het ons).
Op een gezellig pleintje in het midden van de hipsterbuurt (sort of speak, maar dan begrijp je wat we bedoelen) Malasaña, vind je de Vacaciones Cocktail Bar. Dat ‘bar’ is eigenlijk nogal een groot woord in dit geval: van buiten lijkt Vacaciones eerder een lunchtentje. Maar vergis je niet! Het is wel degelijk een bar, en cocktails voeren de boventoon. Al kan snacken er ook: de Spanjaarden begrijpen ook wel dat drinken en eten hand in hand gaan.
Happy eetspot in hartje Chueca (met een typisch Spaans kleurrijk decor) is Frida, waar je prima zit voor diner, of wijn, of tapas. Het is hier bij Frida all hout everything, van de vloer tot de tafels en de betimmering rond de keuken, opgelet met een palmbomenbehangetje, een allegaartje van stoelen en fijn FRIDA-logo met lampjes. Het terras is hier ook lekker, puik om mensen te kijken. De sfeer is up-up-up en uitgelaten. Een no-brainer.
De naam doet een toeristenfuikje vermoeden en dat is het ook, een beetje, ware het niet dat het hier rond zeven uur ramvol Madrilenen staat. Zij komen hier voor slechts één eurootje per stuk een copa (biertje) en een bocadillo de jamón nemen, waarvan dat laatste dus een knapperig puntje met heerlijke, Spaanse rauwe ham betreft. Eén euro! Hoe briljant? Je staat er in de slagerij, rond een U-vormige bar, waar de hampoten decoratief aan het plafond hangen. Er zijn meerdere filialen in de stad, maar die in de Carrera de San Jerónimo is mooi ouderwets en ligt centraal.
Bart at hier picanha, een extreem smakelijk stuk rundvlees met knapperige korst en grof zeezout, naar Braziliaans recept, waar je ieder weekend wel voor naar Madrid wil vliegen. Doen we niet, maar toch. Cannibal Raw Bar in de chique wijk Justicia draait – niet verwonderlijk – als een tierelier.
Toma Café is een beetje huiskamerachtig en rommelig. Lekker laid back, al verraadt de dringende aanbeveling op een schoolbord ‘je koffie zonder suiker te drinken’ dat ze hier bloedserieus zijn over hun zwarte goud. Dottige hang-out voor overdag.
Brunch bij Marieta aan de rand van de Madrid is een aanrader voor any day of the week, maar vooral voor de zondagmiddag. Het restaurant is er allereerst één met klasse: de placemats met ouderwets geïllustreerde schepen zijn mooi, en eigenlijk lijkt alles met een kroontjespen getekend (zo’n plek waar je je pink omhoog doet als je je thee drinkt). En als de oesters op tafel komen, ben je om.
Restaurant Opazo staat – volledig terecht zo weten we inmiddels – bekend als een van de allerbeste (vis)restaurants van Madrid. Iedere ochtend wordt de verse vangst binnengebracht waar vervolgens finger licking good gerechten van gemaakt worden. Gerookte zalm is gerookte zalm? Mis. De gerookte zalm zoals die van restaurant Opazo heb je nog niet eerder geproefd, en dat is een belofte. In een notendop? Spaanse elegantie en puur genot ten top.
Gotta love The Hat, voor de lage prijzen (hostel) maar bovenal – letterlijk – voor de rooftop. Let op: eten kan pas vanaf 20 uur maar tot die tijd zijn er wel kleine snaaierijen en is er genoeg aan bier, wijn en cocktails.
Piepklein koffiehutje voor een snelle pick-me-up (koffie, matcha latte) en een smakelijk homemade zoethoudertje is Bianchi Kiosko Caffé. Gelegen aan een knus en drukbezocht pleintje in de wijk Malasaña. Schoolbord met menu aan de muur, meubilair van houtvlokplaten, relaxte sfeer: het voelt allemaal heel bekend, en dus bemind.
De tent, waarvan de eigenaren uit Australië komen, is aangenaam licht met een beetje Scandinavische afdronk. Een strakke betonnen vloer, witte muren, gigantische ramen rondom, retro houten schoolstoelen met metalen onderstel staan rond een uit de kluiten gewassen houten stamtafel, wat native Australian art en clubjes mollige okergele vaasjes. De tent zit overdag vol laptoppies en een hippe crowd. Ook een prima stek voor pre-dinner drinks.
Ja, je bezoekt in Madrid ook de gekke toeristische spots maar zoals voor elke wereldstad geldt: de stad echt leren kennen doe je tussen de lokale bevolking. In Madrid is dat in de coole, gay-friendly wijk Chueca. Fashionable is het er. Het Only You Hotel & Lounge is ook een puike tip om te slapen: boutique met een grote blauwe strik. Alleen een drankje doen in de bar is ook een aanrader.
Zeg je Spanje, denk je Paëlla. Toch? Aangezien het zo’n populair gerecht is, zóú je denken: hoe moeilijk kan het zijn? Een beetje zoals dat geldt voor een pasta bolognese als je toch in Italië bent. Mis! Want gek genoeg is er in het geval van Paëlla; Paëlla (onderdrukt uitgesproken) en Paëlla (nadruk op de P en de E, enthousiast uitgeroepen). Voor die laatste variant moet je in Madrid bij een van de twee St. James restaurants zijn. Buiten op het kleine terras – als je een plekje scoren kunt – of binnen in de mediterraans-gekleurde kamers. Altijd goed, altijd feest.
Le Coco, midden in de wijk Chueca, is herkenbaar aan de frisse, mintgroene entree. Een lichte hut met witte bakstenen muren, een wandje met pastelkleurige schrootjes, peertjes aan stoere snoeren, doorleefde metalen tafels en kleurrijke stoelen – alles cool, airy en light. Lichtvoetige en upbeat tent met Spaanse klassiekers op de kaart (Ibérico-ham, gegrilde artisjok en pulpo), plus gerechten uit alle windstreken.
Zoete broodjes bakken, dat kunnen ze wel in Spanje. En dat doen ze het beste bij Pastelería La Mallorquina, sinds 1894, pontificaal op het beroemde plein Puerta del Sol. La Mallorquina is een typisch Spaanse en eigenlijk vrij onooglijke tent. Een marmeren vloer, houten bar met bruin-roze stenen bovenblad en messing details om staand een koffietje aan te drinken, en meterslange vitrines vol zoetwaren – kruimelen met je sweet stuff is verplicht.
Casa Mono staat voor goed eten. Een Tuna Tatami die echt niet te versmaden is bijvoorbeeld. En voor service – zelfs met handen en voeten als je Spaans zeer beperkt is – is het er overvriendelijk. Plus, zo lekker flirterig. Eerst een knipoog, dan even blijven hangen bij de tafel en aan het einde van de avond word je mee uit gevraagd. Onze blonde lokken deden het hem waarschijnlijk. We zullen het nooit weten. Maar dat Casa Mono prettig is voor een avondje eten, dat moge duidelijk zijn.
Rughara Concept Store Madrid is een kakstrakke conceptstore met coole streetwear en fashion, funky accessoires (zoals de ketting met verguld hart – het echte orgaan dus – van Porca Miseria), paper goods – zoals het opschrijfboekje met boomschorskaft van het Madrileense papiermerk Imborrable -, schitterende interieur-opleukers als plaids en kussens met moderne grafische prints (Esto es MINE!) en markant keramiek – klinkt tuttig, maar die witte rat met drietand op z’n kop van Aitor Saraba of de aardewerken cakevorm met aan de rand hangende chimpansee van Yukiko Kitahara wil je heus.
Hotel Tótem: Een beetje Rock & Roll, altijd marmer (veel marmer, wit of zwart, allebei goed), goede, wat duistere muziek uit de speakers, gastheren en dames die misschien wel in spijkerbroek rondlopen, maar die wel snappen wat hospitality is. Welnu, daar is het Hotel Tótem in Madrid, in de fancy wijk Salamanca. Achter een discrete ingang van een 19e-eeuws pand tussen een keur aan chique en hippe kleine modeboetieks, zit het kleine hotel. Diepe, warme kleuren, vijf verdiepingen, 64 kamers, veel hout, veel diep, moody blauw en veel grote ramen die uitzicht geven over de binnenstad van Madrid. Of over de bar in de binnentuin van het pand. Ja, zo’n plekje.
Hapjesrestaurant La Tita Rivera lijkt van buiten – en eerlijk gezegd ook de eerste paar meters binnen – niet zo bijzonder, maar wacht maar tot je in de oergezellige binnentuin komt. Verrassing! De tuin met verschillende zitjes, hoog en laag, staat vol met planten en hangt vol met gekleurde lampjes. En die Spaanse tappashappen zijn lekker; niet belachelijk lekker maar gewoon lekker. Wel belachelijk goedkoop.
Buiten bij de ingang van een tassen- en offerwinkel ergens hartje Madrid, vind je een bord waarop staat dat er op de vierde verdieping (of was het vijfde?) een dakterras is. Uh oké… We’ll check. Op die vierde (of was het vijfde?) verdieping is inderdaad een dakterras met zo ontzettend veel groen dat het bijna een botanische tuin lijkt (bijna). Jardín Secreto dus, dat is de naam. Jardín Secreto Salvador Bachiller voluit, heeft een goede en bovendien uitgebreide kaart waardoor bestellen moeilijk is. Gepaard met een grote kan sangria kan die lunch daar zo wel een uurtje of wat duren. Wees gewaarschuwd.
Meer Spanje tips op je scherm? Lees hier het leukste van Menorca
(Vis)restaurant La Trainera is met stip een van de favorieten onder de lokalen. En tsja, als zij het zeggen… We tried en we tested en zijn het volmondig (letterlijk) met de Madrilenen eens. Dan moet het wel zo zijn, non? Het lokaal zelf is eenvoudig, zoals een goed Spaans restaurant betaamd, maar laat je niet foppen: de gerechten zijn beeldschoon en om te smullen.
Taberna La Carmencita is allereerst een beeldig restaurant: mooie tegeltjes tegen de muur, prachtige bar bij binnenkomst, leuke art en industriële lampen. Niet perse Spaans allemaal (er staan Franse bordjes op tafel en de garçon spreekt ook Frans), maar de sfeer (zie die tegeltjes!) ademt ontegenzeggelijk Spanje. Ten tweede het eten: paëlla is goed vertegenwoordigd op het menu, plus nog een aantal (wordt ons verteld) klassiekers uit Madrid. Die hebben we (nog) niet geproefd, wel de beste, meest juicy gehaktballen gemaakt volgens een zeer speciaal recept (úren voorbereiding) met lam.
De patio hier ziet er prachtig uit en het voelt bijna een beetje aan alsof je in een stadsjungle terecht bent gekomen, daar bij El Patio del Fisgón. Het menu is misschien niet zo bijzonder: zoals meer restaurants in Madrid. Er is er een puike tuna tartaar, burrata en salades, alles allemaal prima fijn klaargemaakt. Echter, de inrichting doet ’t ‘m hier helemaal! Zit je mooi toch wel even knetter romantisch te tafelen, zo midden in Madrid.
Wie binnenkomt bij Gran Cavel, zou zomaar kunnen denken dat het restaurant aan het toeristische Gran Vía er al jaren staat. Tenminste zo’n 60 jaar al. Mis. Gran Cavel opende de deuren in 2018. Een redelijk nieuw project dus, en toch heeft Gran Clavel karakter. Traditioneel meets cool en verrassend met “oude” gerechten in een jasje van nu. De zaak is een vermutería, een wijnbar en een restaurant in een. De laatste, het restaurant, is de meest traditionele en is onderdeel van het Iberostrar Hotel. Dat roze-mintgroene plaatje hiernaast is genomen in de wijnbar. De gerechten in het restaurant zijn eenvoudig en goed, wat verrassend is want zoals in iedere grote stad, is ook in Madrid de stelregel dat je voor goed en betaalbaar eten ver van het toeristische centrum moet blijven. Gran Cavel is de uitzondering op de regel.