Tuinklussen in april, hoe verzorg je je tuingrond (belangrijk!) en meer tuintips
Tuinieren is heerlijk. Lekker buiten, een opgeruimde tuin levert direct én later resultaat en wroeten in de aarde blijft één van de fijnste dingen. Mais oui, er zijn ook toch minder leuke dingen aan het tuinieren. Het minst leuke aan tuinieren is het bodemleven. Maar het is wel het belangrijkste van de hele tuin. Een voedzame bodem zorgt voor leven in je tuin en dat is dan weer de hele bedoeling natuurlijk.
Om helemaal aan het begin te beginnen, moet je eerst weten wat voor grondsoort je hebt. Is niet moeilijk, gewoon een kwestie van naar het dichtstbijzijnde tuincentrum gaan en even laten onderzoeken.
Enkele tips voor een goede bodem: laat ‘m zoveel mogelijk met rust. Gebruik alleen organische mest en veel compost (vooral op arme zandgrond). Laat de grond (zeker in de winter) niet leeg. Zaai groenbemester (zit stikstof in) en laat plantenresten achter die de bodem bedekken, zodat je bodem daar weer allemaal voedingsstoffen uit kan halen.
Nogmaals: laat die bodem zoveel mogelijk met rust. Dus niet spitten en zo min mogelijk schoffelen, want dat verbreekt het proces van grondverbetering. Is de bodem erg hard en dicht, prik dan gaatjes in de grond met een riek. Probeer ook bodembedekkende planten te planten. Zo’n groene deken voorkomt uitdroging en de bladeren worden omgezet in humus (niet de soort voor op je brood).
Heb je alleen een tuin met bloemen en struiken dan heeft de bodem vaak genoeg aan een laagje compost. Laat de afgestorven plantenresten in de winter liggen voor bescherming. Rozen kunnen wel wat extra organische mest gebruiken. Voor de moestuin is het weer anders omdat daar veel geoogst wordt. Geef hier compost en ook organische mest voor dat extra beetje liefde.
De meeste meststoffen hebben een bepaalde verhouding van stikstof (zorgt voor de groei), fosfor (zorgt voor gezonde wortels) en kalium (zorgt voor weerstand) van de plant. Hier is het dus weer belangrijk dat je weet wat voor grondsoort je hebt en wat je er precies van verwacht en mee wilt.
Je kunt in april nog goed bomen (met kluit) en heesters planten. Bij droogte moet je zewel goed water geven. De rozen moeten nu wel echt teruggesnoeid worden (hup hup!) en dan wat organische mest geven of wat mycorrhiza in de bodem brengen (bij de wortels). Ben je toch in snoeimood: dan is het ook echt tijd voor de vlinderstruik. Kun je mooi de gesnoeide takken als steunmateriaal gebruiken.
Vorstgevoelige planten moet je nog even beschermen tegen nachtvorst, ja, ook al schijnt het zonnetje nog zo lekker. De éénjarigen kunnen nog niet in de tuin, maar je kunt ze wel vast binnen voorzaaien. Kruiden mogen ook terug geknipt worden (of vervangen als ze de winter niet hebben overleefd). Zelfde geldt een beetje voor fruitbomen. Loze takken kun je wegknippen; daar komt toch geen fruit aan.
Kolen (die je vorig jaar hebt gezaaid) moet je nu gaan beschermen tegen de koolvlieg of het koolwitje, want anders eten de rupsen straks de hele plant kaal.
Mensen die een vroegbloeiende heester hebben mogen deze na de bloei meteen weer snoeien. Klinkt hard, maar is goed voor de volgende batch!
Ga je potten vullen met bloemen (het allerleukste tuinklusje) gebruik dan potgrond zonder turf. Als je die niet kunt vinden zorg er dan voor dat er maar een paar procent turf in zit (de afgraving van turf zorgt namelijk voor veel broeikasgassen en da wille we nie). Het zorgt ook vermindering van de biodiversiteit, dus please: laat die turf links liggen. Als alternatief kun je kiezen voor potgrond op basis van kokosvezels (al is dit alternatief ook niet helemaal fijn in verband met de afgelegde kilometers).
Schoon de vijver op door ervoor te zorgen dat er genoeg zuurstofplanten instaan. Het beste is om compost te gebruiken. Als zaai- en stekgrond kun je de compost mengen met wat grof zand. En onkruid zoveel mogelijk wieden natuurlijk.
Maar het allerbelangrijkste: vergeet in april niet te genieten van al het moois dat weer boven de grond komt!