Wat ons direct opvalt: het is een schone stad. Nergens een papiertje of kauwgum op de grond. Daar houden we van. Verder doet de stad een beetje denken aan Kopenhagen. Hip, een tikkie industrieel en met een gezellige oude binnenstad. Blijf je binnen de ring, dan is alles prima te lopen. Zo kun je van de Sheffield Cathedral in het hart van de oude stad doorwandelen naar de Millennium Gallery. Naast kunst en design ligt hier ook een groot deel van het unieke erfgoed waaronder het metaalwerk, dat de stad beroemd heeft gemaakt. Hiernaast vind je de Winter Garden; een indrukwekkende en meermaals bekroonde tuin (kas) met meer dan 2500 planten uit de hele wereld. Midden in de stad een unieke plek om wat groen op te zoeken.

Na het eten nog even de pub of een cocktailbar in; ga dan naar Public. Deze bar zit onder het stadhuis in een voormalig openbaar herentoilet. Klein, donker maar daarom des te leuker.
Een cocktailbar in een jaren ’70 retro-jasje; met donkerblauwe fluwelen bankjes, zwarte tafels en zachtroze details. Wel kans dat je even moet wachten; het is bij Public áltijd (gezellig) druk.

Even klaar met te land, ga dan te water. Want deze is ook heel leuk voor op het lijstje: suppen. (Mocht je je het afvragen: Stand Up Paddleboarding). Roeien op een surfplank eigenlijk. Samen met een gids (wij boekten deze bij DC Outdoor) sup je door River Don en zie je Sheffield van een hele andere kant.

Ziet er moeilijker uit dat ’t is; maar met eerst een half uurtje lessen van te voren moet het (bijna) iedereen lukken om op die plank te blijven staan. Al is het natuurlijk best grappig wanneer je buur wel van de plank af dondert. Behalve af en toe een enkele visser is er verder geen mens te zien. En met een zonnetje op je bol heerlijk rustgevend. O, en inclusief sexy wetsuit. Dan lijkt het tenminste ook nog ergens op.

Wil je even de stad uit, neem dan de taxi of bus richting het Peak District National Park. Hier kun je prachtige wandelingen maken en -voor de echte actievelingen onder ons- ook heel goed klimmen. Kun je ook weer hier boeken (echt doen, ‘Dan’ de gids, is alleraardigst en heeft engelengeduld).

Je begint eerst met een half uurtje uitleg inclusief klauteren (en heel hard terug glijden) op lage muurtjes. Daarna is het tijd voor het echte werk; je leert zekeren, touwen knopen (daar ga je vast ooit nog eens echt iets aan hebben) en vervolgens hoe je een zes meter hoge stenen muur op klimt. Lijkt moeilijk. Is het ook. Maar daarom nóg toffer wanneer je de top aantikt. Kan die ook weer van je bucketlist.