Droomhotel op Bonaire: Harbour Village Bonaire
Curacao kenden we, Aruba kenden we, maar Bonaire? Daar waren we nog niet geweest. Hoogste tijd om daar verandering in te brengen, en hoe: we zijn inmiddels weer een paar maanden thuis en vraag je zowel de man, als ondergetekende, wat onze aller (alleralleraller) leukste, fijnste, gezelligste en meest dierbare trip van het afgelopen jaar (2019) was, en dan roepen we in koor: BONAIRE! En dat was 100% te danken aan ons verblijf bij het heerlijke hotel Harbour Village Bonaire.
Nou nou, dat is nog al een uitspraak… En toch durf ik ‘m gewoon te maken. Al eerder verkondigd, hier en op de welbekende sociale media, is een hotel in mijn optiek van het je reinste moet-je-boeken-materiaal wanneer er een aantal ingrediënten kloppen: de looks, de gastvrijheid, de locatie, het eten en dat bekende je ne sais quoi in de lucht. Het is de som der delen die ‘t ‘m doet en bij Harbour Village op Bonaire doet-ie ‘m, als je begrijpt wat ik bedoel.
Het hotel doet al dertig (!) jaar wat het doet op een fabuleuze plek op het kleine, Caribische eiland Bonaire. Dertig jaar, dat is een behoorlijke tijd, en je zou denken dat het hotel om die reden misschien wat uit de tijd is, maar om heel eerlijk te zijn, is de leeftijd een groot deel van de charme van Harbour Village Bonaire. Een groot deel: het ultieme bounty strand voor je deur (letterlijk!), doet voor een groot deel de rest.
Nog even over dat ‘je ne sais quoi’, iets dat Harbour Village Bonaire bij uitstek toe te schrijven is. In de dertig jaar dat het hotel bestaat, hebben de koloniale meubels en typische Caribische bouwstijl namelijk niks noppes nada aan charme verloren. Sterker nog: de fauteuils van dik rotan, de robuuste bedden op de natuurstenen vloeren en de expressieve kunst kregen een eigentijdse update met fris helder wit linnen en blauw-witte kussen die we in onze koffers wilden steken. Die combinatie riekt warempel zelfs naar van die uberhippe hotelconcepten in New York en Tokyo! Maar dan zonder dat wannabe hip doen. Begrijp je wat ik bedoel? Harbour Village Bonaire is knap én authentiek, iets waar veel jonge hotelspelers alleen maar van kunnen dromen.
Dan dat andere rete-belangrijke punt: de locatie. Die is spot on. Nu zou je kunnen beweren dat je op Bonaire niet slecht kunt zitten, aangezien het eiland van het kleinste soort is, en dan kunnen we je geen ongelijk geven. Niet echt tenminste. Want als je het écht goed wil doen, dan wil je hier zitten: in het midden van het eiland, aan de westkant (hallo sunset), op loopafstand van de leukste strandtent van het eiland (Coco Beach) en op een steenworp van Kralendijk, de hoofdstad. En, als dat nog niet genoeg is, kun je vanaf Harbour Village Klein Bonaire bíjna zien liggen. Het kleine eiland met het witter dan witte zand en de turquoise zee is een van de mooiste plekken die ik ooit zag, en vanuit de kleine haven die bij het hotel hoort – aha, ‘Harbour’ Village indeed, is het maar een klein stuk varen. De droom.
Volgende punt: aan tafel. Want ook daar scoort Harbour Village punten. Sterker: we kwamen een paar dagen het oord niet af. Tafelen doe je namelijk in de ‘aangespoelde’ boot op het strand. Een donker, koloniaal gevaarte van buiten, licht en gezellig van binnen. Trapje op en je loopt tegen de gezellige ronde bar aan, met barkrukken om een avond lang in door te brengen. In de punt van de boot staan de tafels lekker privé opgesteld – sowieso is ‘privacy’ een van de codewoorden bij Harbour Village Bonaire (het is niet voor niets dat mensen van enige statuur, BN’ers, politici en meer van zulks, het hotel met regelmaat weten te vinden, dat terzijde) en eet je er van ontbijt tot diner verrukkelijk. We begonnen de dag steevast met versfruit, pannenkoeken de – volgens de echtgenoot want die heeft er verstand van, zegt-ie, ‘de lekkerste eggs benedict ooit’. We lunchten met luchtige pizza’s en taco’s en deden date night (met dank aan de babyfoon) OP het strand. Romantisch much!
Bang dat je je gaat vervelen hoef je niet te zijn: los van de heerlijke strandbedden pal voor de deur van je ‘kamer’ (lees: een appartement groter dan ons eigen thuis met een balzaal van een badkamer, een volledig ingerichte douche, een bed waar we nu nog van dromen en een eigen tuintje uitkomend op het strand), de hangmatten en het hele goede restaurant (waar voor overigens ook niet-gasten kunnen reserveren – ik zou het doen), is er ook nog een fijn restaurant, kun je een boottocht boeken van een paar uur tot een hele dag (best thing ever!) én is Bonaire hét duikoord ter wereld. Niet zo gek dus dat Harbour Village voor een deel ingericht is op duikers van over de hele wereld: er is, aan de zijkant van het resort, een kleine ‘winkel’ waar de staf je bevlogen verteld over alle mogelijkheden. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is te huur, en hebben ze je wensen niet in huis, dan zorgt het personeel dat het er komt. Onze buren kwamen speciaal voor de duikervaring al jaren naar Harbour Village: iedere ochtend zagen we de luitjes hun flessen en duik gear op de ouderwetse hoteltrolley tillen en naar de zee rijden om hen aan het eind van de dag weer te begroeten met een wijntje. Heerlijk.
Locatie on point, tafelen on point, verblijf on point, voorzieningen on point én het eiland is on point! Want we zouden, met al het gejubel over het hotel, bijna vergeten dat we het over het gezelligste, meest gemoedelijke eiland van het Caribisch gebied hebben waar de stranden beeldschoon zijn, en de onderwaterwereld te boek staat als de meest fascinerende ter wereld. Vanwege de nimmer aflatende wind is er het altijd aangenaam en is het óók voor surfers the place to be, om nog maar te zwijgen over het opvallende goede culinaire aanbod. Afijn: boek nu maar, dat Harbour Village, ga je geen spijt van krijgen.