Een mooie ‘wilde’ tuin, hoe doe je dat?
Als er iets is waarvoor 'we' de stad uit zou gaan, dan is het voor zo'n weelderige beeldschone ogenschijnlijk wilde tuin. Zo een waar de veldbloemen door elkaar heen groeien en waar je doorheen wil huppelen. Nu leent de stadstuin zich daar natuurlijk helemaal niet voor, maar misschien kun je een beginnetje maken? We vroegen de expert: een mooie 'wilde' tuin, hoe doe je dat?
In een wilde tuin staan vaak veel zomerbloeiers. Prachtig maar er is één grote valkuil: in de winter heb je dan een saai stuk grond. We zouden dus echt wel wat wintergroene vaste struiken tussen je no brainer veldbloemen in zetten. Zoals bijvoorbeeld de Viburnum tinus of de viburnum bodnantense. En (natuurlijk!) ook enkele (kleine) fruitboompjes. Een wilde tuin kan eigenlijk niet zonder, ze geven, joh, heerlijk fruit en ze blijven ook in de winter aantrekkelijk.
En plant ook een Helleborus. Deze bloeien voordat de zomerbloeiers bloeien (in maart/april) en kunnen blijven staan. Verder is Allium (sierui) heel fotogeniek (zie ook de foto hiernaast. Dit zijn zomer-bloeiende bollen. Supermooi en heel erg gemakkelijk: in de grond stoppen en ze komen ieder jaar vanzelf terug.
Verder wil je vast en zeker Vergeet-me-nietjes, dat zijn die kleine blauwe bloempjes. Deze zaaien zichzelf uit als je niet te veel opruimt. Je kunt ze zelf zaaien of kant en klare plantjes kopen en die in de grond stoppen. Daar heb je er een jaar later dan misschien wel het dubbele van.
De witte planten die je vaak ziet is Kamille en ook dat kun je zelf zaaien of planten.
Ook zouden we er de volgende planten in zetten: Zeeuws knoopje, slaapmutsje, salvia, juffertje in het groen, dropplant, vaste geranium, verbena. Succes!