Barts Best of Belize: het Midden-Amerikaanse land in vijf delen, een rondreis
Ah, Belize, het zou zomaar kunnen dat het Midden-Amerikaanse land je niet meteen te binnen schiet wanneer je je vakantieplannen aan het maken bent, maar het is een donders goed idee om daar nu meteen verandering in te brengen! Belize, één van de kleinste landen van Midden-Amerika, is namelijk ook een van de meest verrassende, bijzondere en veelzijdige landen van Midden-Amerika. Het grenst aan het zuiden van Mexico en het oosten van Guatemala. Dat eerste, het zuidelijk grenzen aan Mexico, zorgt ervoor dat je vast niet verrast bent als we je plaatjes voorschotelen van parelwitte stranden, schalen vol nacho's en kleurrijke cocktails en ook niet wanneer we je vertellen dat het er een paradijs is voor duikers en snorkelaars. Quelle surprise indeed. Maar dan komen we bij dat tweede deel: Belize kent uitgestrekte oerwouden, berggebieden, een indrukwekkend cultureel erfgoed, prachtige natuurgebieden en tal van watervallen zijn. O! En exotische dieren! Zo zagen we gewoon, geen grap, een jaguar in het wild (veilig in onze auto, die we overigens huurden via Booking.com: alles in één klap, wel zo handig).
Die auto vonden wij bovendien onmisbaar: we leerden dat Belize zich uitstekend leent voor een (hele toffe!) rondreis. Op die manier zie je goed hoe veelzijdig Belize is en mis je (bijna) niks. Hoe? Zo bijvoorbeeld: Barts Best of Belize: het Midden-Amerikaanse land in vijf delen, een rondreis.
Wie naar Belize gaat, vliegt logischerwijs op Belize City. Een nachtje hier vertoeven kan uiteraard, maar het moet gezegd: het beste van het land, vind je niet in de hoofdstad. Een auto huren is zo gefixed aangezien de luchthaven klein en overzichtelijk is, en zelfs de binnenlandse vluchten (je vliegt dan met een heel klein vliegtuigje; spannend wel en niet echt duurzaam natuurlijk) zijn goed geregeld.
Dan wil je wellicht weten wanneer je het best gaan kunt en hoe je er komt. We got you: van december tot en met april is de beste reistijd voor Belize. Een directe vlucht vanuit Nederland is er (nog) niet, maar via Atlanta (let op: zorg dat je je ESTA formulieren geregeld hebt, anders mag je niet via Amerika reizen) of via Panama (tip: maak er een lange overstap van een dag of drie van – Panama is leuk!) zijn er hele goede verbindingen.
Maar als we dan toch in Belize City zijn, wat doen we dan? Breng in dat geval vooral een bezoek aan de musea. Belize is de smeltkroes van Midden-Amerika: er zijn 12 etnische groepen, waaronder veel Maya’s, grote immigrantengemeenschappen uit Guatemala en de Garifuna, ofwel de zwarte Belizeans. Belize is het hart van de Maya-beschaving, waardoor er een scala aan traditionele culturen te vinden is. Musea vind je in Belize City en Liberta, een stad in Noord Belize, tegen de Mexicaanse grens.
Lokale gerechten? Casave. Alles casave. Cassavebrood, casavechips (nacho’s-esk), casavewijn en, oké, puree van weegbree met kokosmelk. Een tip in de stad? Martha’s Café is een goed voorbeeld van een lokaal restaurant met een wat meer Europese standaard. Al vinden we The Biltmore Bistro (in een Best Western hotel) ook een hele fijne tip: een zorgeloos en goed openlucht restaurant in het hotel.
Vanuit Belize City neem je de boot (dat kan met de auto; heel simpel en het wijst zichzelf) naar een van de eilanden van Belize. Caye Caulker en Ambergris Caye zijn de bekendste, waarvan de laatste, Ambergris, ook vaak simpelweg San Pedro wordt genoemd, wat eigenlijk de hoofdstad van het eiland is. Weet je dat ook weer (het duurde bij ons even voordat we in de smiezen hadden dat dit hetzelfde is). Ambergris Caye staat bekend om zijn jeugdige backpackers en surfcultuur. Helemaal leuk natuurlijk!
(tekst gaat verder onder de afbeeelding)
Wij sloegen Ambergris Caye over en kozen voor het kleinere Caye Caulker: waan-zin-nig! Het prachtige eiland is heerlijk voor een paar dagen en wie van garnalen/langoustines houdt, droomt waarschijnlijk nog jaren over de verse vangst die hij/zij hier direct van de barbeque at. Beloofd. Op het eiland logeer je in een van de eenvoudige cabins op het strand: je kunt eigenlijk niet mispakken, al geven we in dit artikel met de beste hotels van Belize een aantal fijne tips. Nog beter: de meeste van deze hotels zijn voorzien van de Duurzaam Reizen-badge van Booking.com, een hele goede en slimme tool bij het kiezen van je hotel(s). Met de introductie van de unieke badge maakt Booking.com het voor iedereen gemakkelijker om duurzamere reiskeuzes te maken. Op de accommodatie-pagina kun je zien welke stappen er door de accommodatie zijn genomen richting een duurzamer verblijf. En verder? Verder is het hier duiken, snorkelen, op het strand lummelen en genieten van de zon en de zee wat de klok slaat: kortom, het ultieme vakantie vieren.
Volg de geur van de barbecue! Eenmaal op Caye Caulker is dat eigenlijk het enige dat telt. Op het strand worden de garnalen vers uit zee bereidt en lekkerder wordt het niet. Doe je één ding, doe dan dit.
Vanuit Caye Caulker sta je zo op het volgende eiland, Ambergris Caye. Ver weg van de drukte van San Pedro, moet Mambo Restaurant, onderdeel van het Matachica resort, een van de meest ontspannen plekken op Ambergris Caye zijn. Glinsterende zee, wit strand en 25 huisjes met rieten daken (plus een villa met twee slaapkamers) in Matisse-kleuren. De strandcasita’s zijn het beste: er gaat niets boven rechtstreeks van bed naar privéterras naar strand en in de turquoise ondiepten stappen. Maar daar kwamen we niet voor: wel voor de sint-jakobsschelpen, kreeft en een heerlijke lokale snapper met salsa fresca.
Van Belize City is het een kleine twee uur rijden naar de belangrijkste stad (wat wij eerder een dorp zouden noemen hoor; heel groot is het niet) van het Cayo district: San Ignacio, Belize. Natuurliefhebber slash avonturier? Niet gaan is geen optie. De omgeving hier is op zijn zachts gezegd indrukwekkend, van de uitgestrekte jungle (waar je niet op eigen houtje induikt overigens: dat doe je alleen met begeleiding/een tour) via de eeuwenoude Maya ruïnes tot aan de prachtige hotels midden in het groen (succes met kiezen: we sommen hieronder een paar van onze favorieten in deze hoek van Belize op).
Op slechts 10 minuten rijden vind je de enorme Xunantunich: een Maya ruïne die je zelf (op eigen houtje dus) kunt bezoeken. Het is een schitterend Maya complex in de bossen waar je ronddwaalt – tip: ga in de ochtend voor de drukte. Alleen de weg er naartoe is al leuk: met een eenvoudig, handgedreven pontje steek je een smalle rivier over.
Vanuit San Ignacio worden de meeste tours georganiseerd om de buurt te verkennen (je hotel kan dit regelen) en dat is feest! Zo kun je vanuit hier naar de Actun Tunichil Muknal: een grot waar je kunt zwemmen en klauteren en waar de gids je nogal verrassende verhalen zal vertellen over (menselijke) offers en meer.
Ook zijn er verschillende natuurparken, vogel- en vlindertuinen en dierentuinen in de omgeving – erg leuk voor wie met kids is! Ook de dagelijkse markt (behalve op zondag) is een leuke uitje, net als een bezoek aan het naast gelegen dorp San Antonio.
Wij begonnen bij het heerlijke Ka’Ana resort net buiten San Ignacio, Belize, een aanrader! Hoe en wat lees je hier.
We spendeerden een middag met het Blancaneaux Lodge, van dezelfde eigenaren (en niet zomaar eigenaren: Francis Coppela & co runnen met veel bezieling drie hotels (waarvan 1 self catering privéeiland) als The Turtle Inn). Meer over Blancaneaux Lodge lees je hier.
We wandelden spontaan binnen bij Table Rock Lodge. Uit nieuwsgierigheid, maar besloten al even spontaan een nacht te blijven: wat een plek! We troffen het dat er nog één kamer was: een huisje met twee slaapkamers verbonden door een badkamer en te midden van de jungle. Wat een ervaring! Via kronkelende paden, trappen en bruggen wandel je door het resort, kom je bij een fabelachtig infinity zwembad en bij de rivier waar je in een band naar beneden kunt raften.
Onderweg naar Placencia, wat wij de heerlijkste (bad)plaats van allemaal vonden (niet in de laatste plaats met dank aan de prachtige adressen waar we vertoefden), maakten we een pitstop in Hopkins Village – een goede tip die we kregen! Deze authentieke kustplaats is een goede plek om meer mee te krijgen van de traditionele Garifuna-cultuur. Aan het strand zitten (voornamelijk) vrouwen die cassavebrood te bereiden. Dat duurt twee dagen om voor te bereiden!
Ga voor een hele leuke en lekkere lunch naar Ella’s Cool Spot: hier is het the Caribbean op zijn opperbest, in combinatie met te lekkere, traditionele gerechten.
Het schiereiland Placencia – ‘prettige plek’ noemden de Spanjaarden het – is een wirwar van stranden, mangroven en lagunes (net achter de horizon ligt het op een na grootste levende koraalrif ter wereld) en de levendige boulevards en is de meest kleurrijke die we ooit zagen. En O boy, how did we love (love love love) Placencia, Belize. We verbleven er in een handjevol droomhotels (wat ons betreft toch altijd hét recept voor een mooie tijd, liefhebbers als we zijn), we cruisten op de fiets het hele schiereiland over, ingehaald door Amerikanen in golfkarretjes die er een condo kochten (en kennelijk niet kunnen fietsen) en staarden ons blind op de weergaloze zonsondergangen en -opkomsten. Want dat is wat je doet op Plancencia: zijn. Zorgeloos zijn. Net als de locals. We vonden het een beetje ‘het nieuwe Tulum’, maar dan van echt jaren (en jaren en jaren en jaren) geleden. Hip zonder het te beseffen. Heerlijk zonder gecompliceerd te zijn. Wars van FOMO (want alles is er lekker overzichtelijk).
Until we meet again, Belize, want we zijn nog lang niet uit-gerondreist.
De film Casablanca gezien toevallig? Dan moet Rick’s Café je bij gebleven zijn, een bijna mythische plek waar idealisten, romantici en zwervers aanhaakten. En laat Rick’s Café nu gewoon in Placencia Village, Belize staan. Ha! je eet er een hele lekkere quesadilla. Aanradertje.
Twee deuren verder dan Miramar Suites is De’Tatch je niet te missen ontbijtzaak op het strand. Dat deden wij althans, maar volgens velen ben je niet in Belize geweest als je niet enkele van de beste Belizaanse visgerechten in de omgeving hebt gegeten in de rieten cabana op het strand van Placencia.
Heel erg onder de indruk van het eten waren we niet bij Tipsy Tuna, wel vonden we het een van de leukste plekken om te zitten – ook wat waard!
Wel heel erg onder de indruk waren we van het eten bij The Turtle Inn en Itz’Ana. Beide hotels hebben een restaurant waar je ook zonder overnachting een heerlijke avond hebt. Meer lezen doe je hier: de beste hotels van Belize.
Oké, toch nog een bonus, nummer 6. We zijn hier zelf niet geweest maar little birdies overal, en zo kregen we ook het Toledo district nog als tip (if only we had the time…). Zuidelijker nog dan Placencia vind je hier twee te gekke jungle lodges te midden van Maya-ruïnes, spectaculaire grottenstelsels, koffieplantages en de markt van Punta Gorda waar doopsgezinden (we zagen veel blanke, strikt kerkelijke gezinnen in Belize) in sobere kleding onderhandelen met Caribische mamma’s in tropische rokken. Het strand is maar een paar kilometer ver weg. De kamers hebben kamerhoge ramen met uitzicht op het regenwoud en de vogels. De Belcampo Lodge is hier een aanrader, net als de Copal Tree Lodge (foto’s). Die laatste heeft onder andere zijn eigen thee- en koffiebranderij en staat per direct op de wishlist voor een volgende bezoek aan Belize (wat ook op de wishlist staat).
